Copyright © 2022 R. Verbrugge illustraties, Zwaag
Praktijkervaringen met stemmenhoorders
Mijn kennismaking met de Maastrichtse benadering, toegepast in de huisartsenpraktijk.
Naast dat ik binnen een grote GGZ organisatie werkte, werkte ook 1 dag in de week in de huisartsenpraktijk. Kwam ik daar in contact met een 41-jarige Turkse vrouw. Zij kwam reeds 1-1,5 jaar bij een psychiater in de huisartsenpraktijk en een POH-GGZ.
Zij sprak gebrekkig Nederlands. Zij was somber en gebruikte reeds een jaar een antidepressiva. Na 2-3 gesprekken met haar, had ik vanwege het taalprobleem nog geen idee wat haar bewoog en wat ik voor haar kon doen.
Hierop volgend zijn de gesprekken via de tolkentelefoon verlopen.
In die periode vroeg een collega mij een keer een kennisuitwisseling te verzorgen voor collegae, hoe om te gaan met stemmen. In voorbereiding hierop, meende ik toch eerst nog maar een boek hierover te moeten lezen, wat meer kennis tot mij te nemen. Zo kwam ik het boek van Gail Hornstein tegen ‘Stemmen in je hoofd’. Tijdens het lezen kwam er bij mij een bepaalde schaamte over mij heen: ‘Hoe kan ik dat ik dit niet weet? Ik heb werk ruim 25 jaar in de psychiatrie en ben deze kennis niet eerder tegen gekomen.’
Deze casus in de huisartsenpraktijk zag ik als mooie kans deze Maastrichtse benadering te praktiseren.
Halverwege en aan het eind van de behandeling heb ik de Turkse vrouw samen met haar echtgenote gezien, om ook hem te betrekken bij de behandeling. Hem de gelegenheid te geven vragen te stellen en om hem informatie te verstrekken.
Deze mevrouw woont reeds 10 jaar in Nederland. Voor die tijd woonde zij bij haar ouders in een gesloten cultuur in de binnenlanden van Turkije. De enige mannen die ze zag waren haar ooms, neven en broers. Zij was de jongste van het gezin, de belhamel. Over haar relatie met haar vader, geeft ze aan dat als ze verdrietig was, hij haar op schoot nam en haar troostte. In haar jeugd heeft ze met haar gezin een auto ongeluk gehad, waarbij haar zus om het leven kwam.
Haar man kwam ze tegen op een feest en is vervolgens snel met hem getrouwd. Tegen de zin van moeder in. Haar vader was reeds overleden. Moeder moest n.a.v. deze stap van dochter tijdelijk opgenomen worden, was hier erg verdrietig onder. Cliënte benoemde dat het min of meer een vlucht voor haar was. Haar zwager had haar zus bedreigd met een mes. Waardoor zij zo iets had van, ik moet weg hier. Haar echtgenoot was eerder getrouwd geweest. Inmiddels was hij gescheiden, had uit het eerste huwelijk 3 kinderen. Zij is van haar man gaan houden en is hem gaan waarderen.
Anderhalf jaar geleden, sprak zij de taal nauwelijks, leefde in een beperkt wereldje, ver van haar familie, voelde zich wanhopig. Zij wilde scheiden en een eind aan haar leven maken. Op dat moment kreeg ze beelden en stemmen van haar overleden vader, ze sprak met hem, zag hem zoals ze andere mensen zag. Hij sprak haar bemoedigend toe, steunend, gaf haar raad niet weg te gaan bij haar man. Dus ze was blij met zijn bezoeken.
Het maakte haar ook angstig. Ze dacht dat ze gek werd. Daarnaast zag ze een poes (hallucinatoir beeld) door haar huis lopen en hoorde ze dierengeluiden. Ze spetterde water door het huis om de dieren te verjagen, zorgde dat er altijd iemand bij haar in huis was, sloot de gordijnen, knipte uit wanhoop haar kleren kapot en vluchtte vaak het uit huis.
Omdat ze zich niet meer kon concentreren heeft ze de inburgeringcursus afgebroken. Haar schoonmaakwerk in het gemeentehuis is ze vanwege frequente ziekmeldingen kwijt geraakt.
Na het eerste (intake) gesprek, toen duidelijk werd dat ze psychotische symptomen vertoonde, heb ik haar naar de psychiater doorverwezen voor antipsychotica.
Inmiddels had ik het boek “Stemmen in je hoofd” van Gail Hornstein gelezen, onderhield contact met de Stichting Weerklank en een psychiater uit Maastricht, die bekend is met de Maastrichtse methodiek. Dit om deze werkwijze proberen te doorgronden en meer eigen te maken.
Ik heb deze Turkse mevrouw hierover verteld. In de behandeling met deze mevrouw ben ik begonnen met aan te geven dat ze niet ziek was, maar een bepaalde gevoeligheid heeft ontwikkeld. Dat zij sensitief is. Dat zij een bijzondere ervaring had, dat zij de stemmen van haar vader kon horen. Voor mijzelf nam ik hier een risico mee. Deze interventie staat immers haaks op de klinische biologische psychiatrie, zoals wij die bij Dijk en Duin hanteren. Deze stap is echter achteraf de beste stap geweest die ik heb gezet. Wil je hier meer over weten, dan verwijs ik naar de Website van de Stichting Weerklank, waar heel veel literatuur te vinden is over deze visie die minder stigmatiserend is.
Middels het afnemen van het Maastrichtse interview “Stemmen horen” waar ik 3 gesprekken voor nodig had van 1-1,5 uur, heb ik veel informatie gekregen over de stemmen, de invloed op haar leven, hoe zij er mee om ging en kreeg ik tevens informatie over haar voorgeschiedenis en jeugd. Middels deze informatie kon er gemakkelijk een relatie gelegd worden tussen de voorgeschiedenis en het ontstaan van de stemmen.
Ik heb haar in de gesprekken aangegeven dat ik het als mijn taak zag, haar op een andere manier met de stemmen om te leren gaan, er niet voor op de vlucht te gaan, maar op een andere manier mee om te leren gaan, zodat ze er niet meer bang voor hoeft te zijn. Vergelijkbaar met als je in je leven onrustige mensen tegen komt, waar je moeite mee hebt. Bijvoorbeeld mensen die dominant zijn of in jouw ogen agressief zijn. Dan kan je hier ook mee leren omgaan. Dit vraagt vaardigheden, oefening. Zo is dit bij stemmen ook het geval. Uiteindelijk kreeg betrokkene de verantwoordelijkheid voor haar leven hiermee terug. Deze methode gaf haar de keuze om uit haar slachtofferrol te stappen.
Ik begon met de poes: door te vragen hoe ze met een vreemde poes omgaat in haar huis. Gesuggereerd dat als er een vreemde poes, bijvoorbeeld de poes van de buren in haar huis zou komen. Hoe ga je daar mee om? Dat ze de deur open kan doen om de poes naar buiten te loodsen. Bij het volgende bezoek vertelde ze dat er geen poes meer in haar huis was en geen ze dierengeluiden meer hoorde. Ik was natuurlijk verbaasd, verwonderd: “Gaat dat zo makkelijk”. Ik ben me vervolgens gaan richten om ander soort vragen te stellen aan haar vader; te onderhandelen met de stemmen; de gordijnen te openen, niet op de vlucht te gaan; beschouwend naar de stemmen te kijken; dat was wat lastiger voor haar. De volgende keer ging het wel wat beter, maar bleef zij ook vluchtgedrag vertonen.
Op een gegeven moment na 2-3 van dit soort coachingsgesprekken, kwam ze verdrietig op het spreekuur en vertelde zij dat haar vader boos op haar was, niet meer met haar wilde praten. Dit omdat zij tegen mij verteld had dat ze contact met haar overleden vader had. (Gesloten cultuur). Toen heb ik haar voorgesteld een brief aan haar vader te schrijven, waarin ze hem zou kunnen schrijven, dat ze van hem houdt, dat hij een lieve, goede vader is geweest, hem bedankt voor zijn warmte in haar jeugd, dat ze zich veilig bij hem voelde. En hem dankbaar was dat hij op het meest cruciale moment in haar leven, toen ze een eind aan haar leven wilde maken en wilde scheiden, er nu weer was. En verder hem te vertellen dat het nu beter met haar gaat, zij hem niet meer nodig heeft, ze wil verder gaan met haar leven in Nederland en niets liever wilde dan gelukkig te zijn met haar man en zoontje.
Zij heeft een brief geschreven en deze in het park 3 maal aan haar vader voorgelezen. Haar vader kwam na een paar dagen op haar slaapkamer. Hij gaf haar aan dat hij een tijdje geleden in de war was, dat hij goed geluisterd had naar de brief. Haar niets liever gunde dan een gelukkig leven met haar man en zoontje.
Zij vertelde mij dat ze weer blij was. Zij straalde. Zij hoorde nu geen stemmen meer. Zij vertelde dat ze sindsdien haar vader niet meer ziet en niet meer hoort. Dat hij nog wel een paar keer in haar dromen terug was gekomen. Ik vertaalde dit als wat ondeugend gedrag van haar vader, middels haar dromen hij toch nog een gezond contact met haar kan onderhouden. Zij gaf geen blijk dat ze dit contact met haar vader vervelend vond.
Ze had nu weer een baantje. Zij sprak nu heel veel mensen, sommige maakte een praatje met haar. Zij straalde, was superblij. Voor mij als hulpverlener was het echt kikken. Realiserend dat ik eindelijk een werkwijze had gevonden die steunend, niet stigmatiserend was en mensen van stemmen af kon helpen of er anders mee kon leren omgaan, welke effectief bleek. Ik heb haar aangegeven dat deze werkwijze voor mij ook nieuw is en heb haar gevraagd ter lering voor mij en collegae (ik dacht aan de presentatie hierover, wat ik nog wilde gaan houden na de vakantieperiode bij ons op de afdeling) of ze de brief aan haar vader voor mij wilde vertalen. Dit wilde ze wel.
Op een woensdag een paar weken later kwam ze in de huisartsenpraktijk voor een gesprek en vertelde dat ze de brief in kleine stukjes had verscheurd, in en potje had gedaan en samen met haar man en zoontje naar Edam was gegaan en daar nogmaals haar vader had bedankt en gezegd dat ze veel van hem hield en daarbij de snippers in het IJsselmeer strooide. Het ging nog steeds goed met haar. Zij had de gordijnen weer open, durfde alleen thuis te zijn. Ik heb haar terloops nog gevraagd of ze de brief nog vertaald had (denkend aan de presentatie wat ik nog moest houden. Zij gaf aan dat ze dit niet gedaan had, dit een stukje privé is tussen haar en haar vader. Mijn inziens heeft ze hiermee haar respect getoond naar haar vader toe en kon ik dit natuurlijk alleen maar toejuichen.
Hoe gaat het nu met deze mevrouw?
De Zyprexa werd gestopt, de antidepressiva is toen langzaam afgebouwd.
Zij hoort inmiddels al jaren geen stemmen meer. Zij deed de gordijnen weer open in huis. Na de behandeling heb ik mevrouw uitgenodigd om samen met haar met behulp van een tolk, collegae in de GGZ, haar levensverhaal en over haar behandeling, te vertellen. Op een vraag van mijn collega, wat haar het meest had geholpen in de behandeling, gaf ze aan dat ze gehoord werd, geloofd werd dat haar vader met haar sprak en te horen kreeg dat ze niet gek was.
Mevrouw durfde vanaf eind 2011 weer deel te nemen aan het sociale verkeer. Ze is weer vrolijk. Ze begon met een nieuwe baan. Nu heeft ze samen met haar man een eettentje geopend. Hier bakt ze de koekjes en de Turkse pizza’s en allerlei andere Turkse gerechten. Ze is toen volop bezig gegaan met de rehabilitatie en herstel. Ze wilde destijds weer starten met de Nederlandse les, inburgeringcursus, maar omdat mevrouw weer volop meedeed, vond men daar verplichte deelname aan de cursus niet meer nodig.
Hoe verder?
Deze doelgroep binnen de GGZ instellingen kenmerkt zich dat zij meestal onvoldoende geholpen kunnen worden door de enkelvoudige protocollaire behandelingen die wetenschappelijk bewezen, dan wel evidence based zijn.
Behandeling en begeleiding van de EPA-doelgroep bestaat, naast toepassing van de gekende evidence, vaak ook uit het toepassen van ‘best practices’. Daarnaast komt hierbij steeds meer de nadruk te liggen op Empowerment en Herstel van de cliënt. De interventies die zich daarop richten zijn vaak moeilijk te bestuderen in onderzoeksprotocollen, maar zijn daardoor niet automatisch minder zinvol.
Daarnaast willen wij binnen GGZ zoveel mogelijk collegae kennis willen laten maken met deze methode. Als je nog nooit een sinaasappel hebt gegeten, weet je ook niet hoe hij smaakt. Hoe moet je er dan een oordeel over vormen?
De multidisciplinaire richtlijnen zijn terecht ‘richtlijnen’ en geen ‘verplichtingen’ genoemd. Bovendien is het zinvol om nieuwe ontwikkelingen te toetsen als toevoeging aan bestaande richtlijnen.
Er is veel meer bekend over buitenzintuigelijke fenomenen dan collegae in de GGZ kennis van hebben. Realiserend dat zij weerstand kunnen hebben of hier geen kennis van willen nemen omdat het niet past binnen hun eigen denkkader. Ze weigeren dit dan te willen onderzoeken, omdat ze net als ik, ook opgegroeid zijn met het psychologisch - en biomedische denkmodel. Dat is te beperkt.
Stemmen horen begrijpelijk maken
Stemmen horen accepteren en begrijpen volgens de Maastrichtse benadering is niet eenvoudig een andere strategie van omgaan met stemmen: Het is een nieuwe manier van denken over dergelijke ervaringen.
Stemmen horen is een menselijke ervaringsvariatie. Genen kunnen een rol spelen. Maar hoe groot die rol is, weten wij niet.
Het gaat om stemmen horen, het ermee om leren gaan en realiseren dat het horen van stemmen een betekenis heeft in het leven van deze persoon.
Voor iemand uit de hulpverlening die zelf geen stemmen heeft gehoord en ziet dat iemand die wel negatieve stemmen hoort, negatieve opdrachten krijgt, of stemmen hoort waar diegene niet over mag praten en er onder lijdt, is het moeilijk te geloven dat het horen van stemmen een mechanisme voorstelt die die persoon in zekere mate bescherming biedt.
De betekenisgeving ligt voor vele hulpverleners en stemmenhoorders wat ingewikkeld. Veelal omdat men zich hier niet voldoende in heeft verdiept. Men is gewoon onwetend.
Het Maastrichtse interview, de voice dialogue en de stemmenhoordersgroep kunnen bij deze benadering een helpend gereedschap zijn.
Dit vraagt een andere attitude, namelijk een houding van nieuwsgierigheid (een onderzoekende houding) van de hulpverlener. Dat is nogal een overgang voor hulpverleners die niet gewend zijn met cliënten over hun stemmen te praten of de stemmen als bondgenoot van de cliënt te zien.
Ervaringsverhaal van stemmenhoorster en hulpverlener middels Verbindende gespreksvoering
Aanmeld reden:
Huisarts schrijft: mevrouw maakt een angstige indruk, komt verward over. Ze denkt dat mensen haar begluren. Het ene moment praat ze normaal, het andere moment huilt ze. Het is onduidelijk of betrokkene hallucineert. Zij is misbruikt in haar jeugd. Zij heeft geen kinderen, geen contacten. Huisarts schrijft laatste 8 jaar geen contact gehad met betrokkene. Verzoekt GGZ mevrouw te bezoeken voor diagnostiek en begeleidend contact.
Hetero anamnese via de huisarts:
Buurman: Woont al jaren naast mevrouw en zij is altijd wel met perioden wat meer verward. Het gaat op en af. Hij doet altijd boodschapjes voor haar en ze komen af en toe bij elkaar over de vloer. Afgelopen twee weken is de omgang bekoeld, nadat mevrouw de buurman beschuldigd heeft.
De buurman is erg aangedaan door deze beschuldiging. Zij is nu achterdochtiger en verwarder dan hij in voorgaande jaren gezien heeft.
Bemoeizorg:
Als de hulpverlener betrokkene thuis opzoekt, stelt hij zich voor en dat hij door de huisarts gevraagd is om te kijken of hij iets voor haar kan doen om het gemakkelijker te maken.
Met enige terughoudendheid wordt hij binnen gelaten.
Anamnese:
Nike geeft al snel aan in het gesprek dat zij weer opnieuw wil beginnen met haar leven. Betrokkene vertelt dat ze de laatste jaren toenemend angstig is, ze durft niet meer naar de supermarkt, omdat alle mensen naar haar kijken. De laatste weken ervaart zij meer verward en vergeetachtig te zijn. Geeft resoluut aan niet te willen vertellen, wat er aan vooraf gegaan is.
De hulpverlener trof cliënte aan in een kaal, nagenoeg leeg huis. Betrokkene woont hier sinds 1996. Enige tijd geleden heeft ze een gedeelte van haar inrichting opgeruimd. Zij vertelde: ‘Ik wilde minder luxe. Heb schilderijen weggegooid. De inrichting ging mij tegen staan’.
Cliënte geeft aan van nature een vrolijke vrouw te zijn, optimistisch van aard. Waarom het niet goed gaat, probeert ze te relativeren. Ze zei: ‘Ik raakte langzaam mijn energie kwijt. Daarvoor had ik weinig energie heb om mijn huis en tuin bij te houden’. Ze geeft aan dat dit energieverlies sinds de laatste 4 jaar speelt. Een buurvrouw is hier 8-9 jaar geleden komen wonen. 5 jaar geleden is ze gepest door deze buurvrouw, nu zeggen ze elkaar weer gewoon gedag. ‘Ik hou niet van ruzie’.
Als de hulpverlener vraag of ze stemmen hoort, reageert zij in eerste instantie ontkennend, als hij doorvraagt, afwerend: 'Je laat mij toch niet opnemen hè? Ik zeg niets meer.’
De hulpverlener legt uit dat mensen die stemmen horen niet gek zijn. Dat het een variatie is. Sommige mensen horen nu eenmaal stemmen en anderen niet. De hulpverlener vertelt zelf ook een aantal keer stemmen gehoord te hebben. Het is alleen een kwestie van er mee om te leren gaan. Later in het gesprek vertelt ze wel stemmen te horen. ‘Het is net alsof ik in mijn huis met mensen kan communiceren een gesprek met iemand voer.’
Beschrijvende diagnose:
Het betreft een 65 jarige zelfstandig wonende gescheiden vrouw die in verleden al meerdere keren in beeld is geweest in de GGZ met fobische klachten, ontbreken van zelfvertrouwen. Zij heeft een beperkt netwerk, leeft geïsoleerd. Heeft meerdere trauma's: seksueel misbruik, scheiding ouders, suïcide partner, pestgedrag buurvrouw) in haar leven meegemaakt. Zij hoort stemmen en is achterdochtig.
Het ervaringsverhaal van Nike met stemmen horen en haar psychose. (In ik-vorm geschreven)
Vanaf mijn jeugd (plusminus 6jr) heb ik al een stem.
Een stem die gerust stelt, advies geeft en troost. Deze stem wil ik niet kwijt.
De stem komt bij mij over als een soort God.
Voordat ik helemaal in mijn psychose terecht kwam heb ik mijn meubels, huisraad weggegooid. Mijn huis was hierdoor praktisch kaal.
Ik sliep op de grond in de huiskamer.
Ik had waanideeën. Heb die tijd op de muren getekend.
Ik zag mensen op straat die mij achterna kwamen. Ik was heel erg bang. Iedereen hield mij op straat en binnenshuis in de gaten.
Via denkbeeldige buren had ik contact met een populier radioprogramma, zender.
In die periode kon ik nauwelijks lezen, had ik moeite met concentreren.
Ik zag alles vervormen. Honden werden koeien, en dergelijke. Mensen keken allemaal 1 kant op.
Ik had 1 kwade stem, maar die zei eigenlijk niets. Deze bewoog alleen maar. Deze figuur is inmiddels weg.
Een van mijn andere waanideeën was, dat ik zomaar zwanger was geworden. Ik was er van overtuigd dat dit gebeurd was doordat ik naakt tegen de muur ben gaan staan. Ik was apetrots op mijn zwangerschap. Ik had kinderkleertjes gekocht en gemaakt.
De hulpverlener feliciteerde mij, maar stelde ook vragen dat het toch ook wel bijzonder was, dat ik gezien mijn 65 jarige leeftijd, zonder baarmoeder, zonder seksueel contact zwanger was geworden. Ik was er van overtuigd dat ik gewoon zwanger was geworden zonder aanleiding. Hij vertelde dat 2000 jaar geleden, mogelijk ook een dergelijke ervaring heeft plaats gevonden, maar dat het wel uitzonderlijk was. Hij stelde een zwangerschapstest voor. Nadat ik ook na die test nog twijfelde, heeft hij mij voorgesteld naar de huisarts te gaan. De huisarts heeft meegewerkt en een onderzoek bij mij gedaan. Hij vertelde mij dat ik niet zwanger was.
De psychose en de waanideeën verdwenen geleidelijk na het bezoek aan de huisarts. Ook de andere waanideeën verdwenen.
Ik hield nog 1 stem over, de steunende stem die ik had vanaf mijn jeugd. Deze wil ik niet kwijt raken.
Tijdens mijn psychose kwam op een gegeven moment dezelfde hulpverlener langs om met mij te praten. In de tijd na dat bezoek was hij via een plek in het plafond, in mijn idee, altijd aanwezig en beschermde mij vooral thuis. Ook sprak ik met hem via het plafond.
Hij was voor mijn gevoel de eerste persoon die na een moeilijk leven mij respectvol benaderde.
In die tijd had ik met niemand contact, durfde de straat niet meer op. Ik had een laag zelfbeeld en was bang voor afwijzing. Dit is nog wel een beetje zo, dat ik bang ben om in de steek te worden gelaten.
Nu gaat het stukken beter met mij, ben ik erg blij dat ik naar een dagbesteding ga, weer onder de mensen ben. Zo kan ik mij daar met veel plezier ontwikkelen.
Sinds begin dit jaar zit ik in de stemmenhoorders groep, waar wij over de stemmen leren praten. Ik merkte dat ik niet de enige was en dat het horen van stemmen niet zo raar is. Deze groep spreekt mij erg aan, omdat daar net als bij de dagbesteding lotgenoten zitten.
Soms ben ik nog bang dat geluksgevoel kwijt te raken.
Inmiddels heb ik sinds enkele weken ook een maatje, via het RIBW, zij heet Maartje. Zij begeleid mij thuis bij mijn administratie en andere zaken, zoals het opnieuw aanschaffen van een wasmachine. En pas geleden heb ik in mijn eentje 3 kledingstukken gekocht in de stad. Dat is lang geleden dat ik dit gedaan heb.
Inmiddels slaap ik weer gewoon in mijn slaapkamer. Ben bezig weer wat huisraad aan te schaffen. Ik heb weer een nieuwe wasmachine. En kan ik weer met opgeheven hoofd mijn buurman gedag zeggen. Ik ben hem dankbaar. Hij heeft mijn verwarring bij de huisarts aangekaart en hierdoor ontstond er een situatie, dat ik aan mijn herstel kon werken.
Ik weet wel dat ik mij nog verder moet ontwikkelen, maar op dit moment voel ik mij sterker dan ooit eerder hiervoor.
Presentaties en vervolgproces:
Nike heeft na dit proces enkele bijscholingsbijeenkomsten voor o.a. medewerkers in de thuisbegeleiding, verzorgingshuis haar ervaringsverhaal verteld. Heeft aantal keren deelgenomen aan de training ‘Stemmen horen begrijpelijk maken’ voor hulpverleners. Kon verder toewerken aan haar herstel. Was inmiddels verhuisd, had voldoende contacten opgebouwd. Vertelde dat ze voldoende vertrouwen had opgebouwd, geen hulp meer nodig had van de GGZ.
Ervaring Fatima en stemmen
Fatima is een 27 jarige moslima, is gescheiden en heeft 4 kinderen. Zij woont nu momenteel bij haar moeder en heeft imperatieve hallucinaties.
Zij zit al enkele maanden in de stemmenhoorders groep. Zij geeft aan, veel last van stemmen te hebben van plusminus 10 Djinns, die vervelende opmerkingen naar haar maken. Spring dan, spring dan. Fatma scheldt ze uit, stuurt ze weg. Haar ex-man (een Iman) heeft ooit gezegd dat het kinderen waren.
Half december heb ik haar in de groep aangegeven hoe met kinderen om te gaan:
Stel je bent kleuterjuf. En je hebt een groep van 10 kinderen in je klas die onrustig zijn, negatieve aandacht vragen. Dan stuur je ze toch ook niet weg.
Ik zeg tegen Fatima: ‘Je hebt zelf kinderen, kinderen hebben toch liefde nodig. Dan nodig je ze toch ook uit, om bij je te komen. Ga je samen wat gezelligs doen, een liedje zingen, een spelletje doen. Heb ze gewoon lief. Kinderen hebben alleen maar positieve aandacht, liefde nodig’.
Terwijl ik dit in de stemmenhoorders groep opnoem, reageren de stemmen van Fatima met te zeggen; ‘Dit lijkt ons wel wat’.
Twee weken later verteld Fatma in de groep blij, dat ze nu ook positieve stemmen hoort. We bespreken een artikel over de werkwijze van Eleanor Longden, een inmiddels afgestudeerd psycholoog, die tijdens haar studententijd stemmen is gaan horen en hoe zij er middels de een Maastrichtse benadering mee heeft leren omgaan. De 2 weken daarna hebben we het thema 'Met stemmen leren omgaan'. Op een gegeven moment slaat ze met de vuist op tafel en roept: ' En nu wil ik er wel mee leren omgaan'. Ik vraag haar: ' Wat vind je er nu zo moeilijk aan'. Nou dat ze de ene keer aardig en de andere keer onaardig zijn. Ze zijn zo wispelturig.' Hierop vraag ik haar: ' En waarin ben jij wispelturig?' Waarop zij antwoord: In ieder geval hoe ik met de stemmen omga.' Ik maakte hierbij de vergelijking dat als mensen in de war zijn, bijvoorbeeld een dementerende die in uit het niets of om wat voor reden dan ook, mij begint uit te schelden, ik haar dan toch ook niet terug ga schelden. Dan blijf ik toch ook respectvol, vraag ik mogelijk of zij een kopje koffie of thee wil.Zo ga je dus ook met stemmen om die in de waar zijn.
2 weken later onderweg naar een presentatie van Ipsy, verteld zij dat de stemmen Nu alleen maar positief zijn. Zij haar stimuleren om naar Amsterdam te gaan wonen, zij zo dichter in de buurt van haar kinderen komt te wonen.
Hoe stemmen horen samenhangt met een traumatische levensgebeurtenis
De visie dat stemmen voortkomen uit een levensgebeurtenis, daar kan ik heel goed in komen. Ik weet het nog goed, ik was 8 jaar oud en mijn zusje een jaartje jonger. Onze moeder vertelde ons dat pappa en mamma uit elkaar gingen, omdat zij niet meer van elkaar hielden.
Beide vervuld met verdriet zochten wij de steun van onze ouders op. Mijn zusje kreeg die steun, maar mij werd verteld dat ik groot en sterk moest zijn voor mijn zusje. Als mijn zusje erbij was, was ik niet meer verdrietig, maar hield ik mij groot en sterk en steunde ik haar.
Ik nam mijn taak heel serieus op mij, want dagen later trof ik mijn vader ’s nachts huilend op de bank aan. Zelf kwam ik verdrietig naar beneden, maar omdat ik mijn vader zag huilen, legde ik de link dat ik ook groot en sterk voor hem moest zijn en ging hem troosten.
Mijn moeder was een heel ander verhaal. Het leek wel alsof wij allebei van een andere planeet kwamen en nadat zij en mijn vader uit elkaar waren gegaan, leek dit alleen maar erger geworden. Ik kon bij haar niet terecht, ik kon niet verdrietig zijn. Die ruimte was er niet.
Zo leerde ik niet met mijn emoties om te gaan, maar nam ik tegelijkertijd ook afstand van mijn ouders en zusje
Wij communiceerden niet meer. Ik nam ook steeds meer afstand, omdat ik mij niet veilig voelde. Ondanks alles bleef mijn loyaliteitsgevoel heel groot en bleef ik wel bij hen wonen, zelfs na de pogingen van Jeugdzorg om mij uit huis te plaatsen.
Er werd ook vaak gezegd dat mensen zich niet druk hoefde te maken om mij, want ik was zo’n lieve, vrolijke en sterke meid. Ik zou er wel komen. Ik was er altijd voor iedereen.
Dit alles maakte dat ik twee stemmen ben gaan horen
De stemmen waren een soort ouders van mij. Een man en een vrouw bij wie ik verdrietig mocht zijn, zij bekommerde zich om mij, moedigden mij aan, gaven mij tips en adviezen en waren een luisterend oor. Ik voelde mij niet meer alleen en ik voelde mij bij hun wel serieus genomen.
Het werd voor mij heel moeilijk om nog dingen aan te nemen van mijn ouders, want waarom zou ik dingen aannemen van mensen die mij niks geven. Terwijl ik ook twee mensen had die mij wel serieus namen en mij in mijn waarde lieten. Hierdoor werd de afstand door de jaren heen tussen mijn ouders en mij nog groter.
Op mijn 15e ben ik op een verjaardag van een klasgenoot dronken geworden
Daar heeft een klasgenoot misbruik van gemaakt en mij aangerand. Vanaf dat moment zijn de stemmen omgeslagen van positieve, helpende en ondersteunende stemmen omgeslagen naar negatieve, bekritiserende en zelfs (be)dreigende stemmen. In mijn jeugd werd ik vreselijk gepest, omdat ik de kleinste en de jongste was, ik had niet de hipste kleding en ik was, door het intensieve turnen, behoorlijk gespierd. Op latere leeftijd werd ik ook nog gepest vanwege mijn gebrek aan kennis of juist dat ze mij een betweter vonden. Dit werd voor de stemmen ook een thema om mij elke dag mee te confronteren.
Deze stemmen maakten dat ik mij minder goed kon concentreren op school en later ook op mijn werk. Ik was van mezelf al een perfectionist, maar nu ging ik mezelf ook echt nog drie keer controleren om zeker te zijn dat het goed zat.
Zelfs dan zocht ik vaak nog naar de goedkeuring van anderen, aangezien de stemmen zeiden dat ik niks goed deed.
Er is ooit op school aan mij gevraagd of ik automutileerde. Toen ik nog niet eens wist dat mensen zichzelf iets aan kunnen doen. Vanaf dat moment werd dit een thema voor de stemmen om mij elke dag te vertellen dat ik mezelf iets aan moest doen. Een hele korte periode heb ik hier ook aan toe gegeven, omdat ik niet wist wat ik anders moest, want de stemmen hadden tot dan toe altijd goede adviezen gegeven.
Op mijn 17e werd ik verkracht door de jongen die ik al kende vanaf mijn 4e en die mijn beste vriend had moeten zijn.
Vanaf dat moment was ik alleen nog maar goed voor seks.
Ik vond het heel moeilijk om relaties aan te gaan. Als ik dan een relatie had, zeiden de stemmen dat diegene alleen maar uit was op seks. Maar ook dat ik wel lelijk was, dus dat diegene mij weer zou verlaten als zij mij eenmaal naakt hadden gezien. Hierdoor heb ik eigenlijk nooit echt een relatie kunnen behouden.
Op mijn 19e kwam ik bij de GGZ terecht, ik had ondertussen al bedacht dat stemmen horen niet normaal is en durfde hierover dus niks te vertellen tegen mijn behandelaren. Ik kwam in een jongvolwassenengroep terecht waarin ik een meisje van mijn leeftijd tegenkwam die ook stemmen hoorde. Dankzij haar durfde ik voor het eerst open te zijn over mijn stemmen.
Mijn psycholoog stuurde mij meteen door naar de psychiater. De psychiater schreef meteen een antipsychoticum voor. Na een heel gezeur met de dosering vroeg een andere psychiater of ik voor een week extra medicatie van een lagere dosering kwam vragen om meer pillen te hebben om een suïcide poging mee te kunnen doen. Ik wist voor dat moment nog niet dat mensen zichzelf van het leven beroofden, maar dit werd vanaf dat moment voer voor de stemmen. Elke dag kreeg ik te horen dat ik mijn leven moest beëindigen. Dat ik het niet waard was om op deze wereld rond te lopen.
Helaas hebben antipsychoticum geen effect gehad op de stemmen.
Zowel bij de voorgenoemde behandelaren als in mijn klinische behandeling van 1 jaar werd er niet gepraat over de stemmen. Ik heb in deze behandeling wel EMDR gehad voor de verkrachting die ik heb meegemaakt en hierna zijn de stemmen wel gestopt met de seksueel getinte opmerkingen. Voordat ik de behandeling uitging werd de antipsychotica weer helemaal afgebouwd.
Binnen een paar maanden was het weer over en kwam ik bij een psychiater van het ziekenhuis terecht. Bij het eerste gesprek dissocieerde ik al en kreeg ik meteen weer antipsychotica voorgeschreven, toen degene die met mij mee was vertelde dat ik stemmen hoorde. Maar ook bij deze psychiater werd er niet gesproken over de stemmen.
Daarna ben ik bij mijn huidige behandelaar bij PsyQ terecht gekomen met wie ik uiteindelijk in opnames op zoek ben gegaan naar medicatie die voor mij werkte tegen mijn andere psychotische verschijnselen en dit is gelukkig ook gelukt na lang zoeken. Hij had gehoopt dat dit ook zou werken voor de stemmen, maar helaas is dit niet het geval.
In deze tijd ben ik ook bij een Acute Deeltijd Behandeling terecht gekomen die mij hebben gewezen op een stemmenhoordersgroep
Hier heb ik mij, met een beetje doordrammen bij mijn SPV’er, voor aangemeld en hier kon ik voor het eerst praten over de stemmen. Dit was zo’n opluchting, hierdoor werd het als ik bij de groep was ook al minder. Helaas hadden zij ook geen pasklaar antwoord wat ik kon doen om de stemmen kwijt te raken.
In augustus 2015 was ik in crisis en heb ik meerdere dagen contact gehad met de crisisdienst. Op een dag belde Peter Oud mij op en ik vertelde dat ik last had van stemmen horen. Hij vertelde mij een heel mooi verhaal over een cliënt uit zijn stemmenhoordersgroep. En hij vertelde mij dat de stemmen voortkomen uit een (traumatische) levensgebeurtenis en dat ze iets duidelijk willen maken, maar doordat ik ze negeer, de stemmen op een negatieve manier aandacht gaan zoeken. Ook vertelde hij mij dat het kon helpen om ze niet meer te negeren, maar juist op een positieve manier te benaderen.
Hij vertelde mij het verhaal van Monika bij hem uit de groep.
Ik werd zo rustig van dit gesprek en ik heb die avond de stemmen gevraagd of zij bij mij op de bank wilde komen zitten en een film wilde komen kijken. Het werd stil en er was wat gemompel, maar vanaf dat moment werden ze wel minder. Dit vertelde ik weer in de groep en die stelde voor om de stemmen welterusten te wensen, dus ook dit ben ik gaan doen. Vanaf dat moment waren de stemmen ook weg uit mijn dromen en werden ze overdag ook minder.
Daarna ben ik na gaan denken over wanneer de stemmen zijn gekomen
Zoals ik eerder vertelde was dit rond het uit elkaar gaan van mijn ouders en de afstand die er daardoor gecreëerd werd tussen mij en mijn ouders. Ik had ondertussen al jaren systeemtherapie gehad om die banden weer zien te herstellen, maar dat was altijd gericht op zoeken naar wie de schuld had en had dus nooit gewerkt.
Dus ik besloot om in mijn laatste opname die gepland stond met allebei mijn ouders toch nog een keer het gesprek aan te gaan en open kaart te spelen. Mijn moeder heb ik verteld wat mij echt pijn heeft gedaan en verteld waar ik spijt van heb dat ik dat heb gedaan. Ik heb mijn excuses aangeboden en uitleg gegeven over wat er met mij aan de hand is. Mijn moeder en ik zijn voor het eerst in mijn leven zo close dat ik gewoon bij haar op schoot kom zitten.
Toen mijn vader die ik alles verteld heb wat er speelde en die ik mijn excuses aan heb geboden voor wat er allemaal gebeurd is en hoe ik mij gedragen heb. Hij was heel emotioneel, maar zo blij dat we niks meer tussen ons in hadden staan en hij houdt van mij zoals ik ben. En ik kom bij beide weer regelmatig over de vloer.
Dit geeft mij zo’n goed gevoel. Ik ben wel hun dochter. Zij houden wel van mij
Ze zijn er voor mij. Ik mag wel huilen en als ik huil, troosten zij mij wel. Ik ben niet alleen. Mijn eigenwaarde en zelfbeeld zijn zo’n stuk verbeterd.
In september vierde ik mijn verjaardag bij mijn moeder. Terwijl ik mijn verjaardag al ruim 10 jaar niet meer gevierd had. En op die ochtend waren de stemmen weg, zonder waarschuwing of afscheid. Het was ineens stil. Klaar. Over.
Je zou denken dat dit heel erg fijn is, maar dit was meer raar en ik zat de hele dag te wachten tot ze zouden komen. Daarbij hoorde ik ineens alles wat er achter mij gebeurde, wat ik vroeger nooit gehoord had en dit was ook even schrikken. Ik heb hier echt een paar maanden aan moeten wennen. Om de een of andere bizarre reden miste ik ze. Ik denk omdat ik altijd wel iets hoorde en nu hoorde ik af en toe gewoon niks. Ik moest nu altijd iets van tv of radio aan hebben staan, omdat ik helemaal gek werd van de stilte. Dit is overigens iets wat ik ondertussen (juni 2016) nog steeds heb. De radio staat altijd aan bij mij thuis.
Maar als ik terugkijk, denk ik dat ze ooit gekomen zijn als steun voor mij, die mijn ouders mij op dat moment niet konden geven
Toen ik op een goed moment stopte met luisteren, zijn zij mijn aandacht gaan proberen te krijgen door te gaan schreeuwen. En mijn traumatische ervaringen gebruikten zij om een bepaalde reactie bij mij uit te lokken. Prikken op de zere plek, zodat die emoties eruit komen, want je krijgt natuurlijk geen reactie als je het over bloemetjes en bijtjes hebt. Maar ik denk dat ze nooit de rol van mijn ouders over hebben willen nemen. Dat het altijd de bedoeling is geweest dat ik weer in contact zou komen met mijn ouders.
Robin is ervaringsdeskundige in opleiding en woont bij RIBW
Ervaring in stemmenhoordersgroep met het in gesprek gaan met stemmen
Tijdens een bijeenkomst in een stemmenhoordersgroep bij het eerste rondje:
Monika, is wat bozig aan begin van de groep, geeft aan dat het niet lekker met haar gaat. Zij heeft een wat afwerende, boze houding. Ze heeft alle stemmen meegenomen. 'Dat moest toch van jou?' Het is erg druk in mijn hoofd.
Ik verwelkom de stemmen. Vraag hen of er genoeg stoelen zijn. Zij in de ruimte een plekje weten te vinden, waar zij zich prettig voelen.
Tussendoor tijdens het rondje, zeg Monika iets, waarop ik reageer. Er ontstaat verwarring. Ik denk dat ze het tegen mij heeft. Monika geeft aan dat ze tegen een stem aan het praten is. Daarna hebben we het er even over hoe verwarrend dit kan zijn, dat stemmen in een gesprek er tussendoor praten. Hoe dit, misverstanden kan opleveren. Tracht het hiermee in de groep, dit soort verwarringen met stemmen horen, te normaliseren.
Op een gegeven moment geeft Monika aan, dat er nu een stem is die telkens maar roept: 'Spring dan'. De facilitator legt uit over wat hij zelf afgelopen vrijdag in een training heeft geleerd over de Voice Dialogue, Een training om met stemmen te praten. Ook tijdens deze training werd weer benoemd, dat stemmen altijd goede bedoelingen hebben. Dat zij vaak in metaforen praten en datgene wat zij zeggen er hierdoor soms zo lullig uit komt. Hierdoor worden de stemmen vaak niet goed begrepen. De facilitator vraagt hierna aan Monika of zij weet wie dit tegen haar zegt, welke stem is dit? Monika geeft aan dit niet te weten. Zegt: 'Het is een stem'. De facilitator vraagt haar vervolgens of zij of zij wel eens naar de goede bedoelingen van de stem heeft gevraagd. Wat is nu de reden dat deze stem bij je is gekomen? Wat probeert die stem je nu duidelijk te maken?. Heb je dat de stem wel eens gevraagd? In de houding van Monika zie je dat zij zich tot de stem richt en reageert even later met: ‘Dat de stem mij waarschuwt, dat ik beter voor mijzelf moet zorgen'. Terwijl zij dit zegt, zie je Monica stralen, ontspannen. Monika geeft aan dat in tegenstelling tot nu, zij de stemmen nog nooit positief heeft ervaren. Vervolgens vraag ik haar of de stem haar nog meer te zeggen heeft. Wederom richt Monika zich tot de stem en zegt even later: ‘De stem zegt dat ik altijd eerst aan een ander denk, en dan pas aan mijzelf.’ En zegt: 'Dat klopt'. Straalt wederom hierbij.
Vervolgens benoemd Monika dat zij vaak ook beelden ziet als de stemmen praten. Die beelden zien er nooit vrolijk uit. Ervaart ze normaliter als zwaar, maar nu ziet ze een ander beeld van een stem dat op een de berg staat te dansen, druk doende met een vlag staat te zwaaien, alsof de stem wil zeggen, hallo hier ben ik.. De groep is even stil. De facilitator ook.
Mail van die avond:
Beste Peter,
Wat een ervaring was dat vanmiddag.
Ik vertelde vanmiddag in de groep dat er een stem is, die me roept en die was vanmiddag nog aan het eind behoorlijk aanwezig. Je vroeg mij wie is die stem? Op dat moment kon ik dat niet beantwoorden. Wat tot mijn verbazing gebeurd, terwijl ik naar huis fiets, riep de stem: ‘Monika, Monika, Monikaetc.’ en zegt: ‘Ik ben het Corry’. Wonderlijk. Dit is mijn tante die zelfmoord heeft proberen te plegen. Mijn moeder heeft destijds daarna gezegd: ‘Ze had misschien beter dood kunnen zijn.’ Hierdoor is binnen de familie, een ontzettende ruzie ontstaan. Daarna heb ik deze tante niet meer gezien.
Zij heeft een groot stempel gedrukt, op mijn eerste levens jaren. Mijn tante Corry en haar gezin. Groet, Monika
Hoi Monika,
Je snapt dat ook ik hier erg blij van word.
Fantastisch dat je deze ervaring hebt en het zo goed gaat om de stem nu te begrijpen.
Ook kun je namens mij, tante Corry feliciteren. Dat zij de gelegenheid heeft aangegrepen om contact met je te maken en het haar gelukt is om je te kunnen steunen, je leven weer op orde te brengen. Zie je.
Groet, Peter
De 2 weken erna in de stemmenhoorders groep:
Monika maakt een ontspannen indruk. Heeft een lach op haar gezicht. facilitator vraagt aan Monika of ze de ervaring met de groep wil delen.
Monika verteld over de wonderlijke ervaring 2 weken geleden. Geeft aan dat Corry intussen een paar keer langs is geweest en dat zij met elkaar hebben gesproken. Zij kent deze stem al 40 jaar. De toon van de stem is nu vriendelijk, respectvol, gelijkwaardig, anders dan de afgelopen 40 jaar.
Monika wilde weten hoe Corry,(inmiddels is overleden), het vroeger heeft ervaren, dat Monika haar moeder, vroeger had gezegd dat ze beter dood kon zijn. Corry had geantwoord: ‘Ik vond dat in 1e instantie ook, maar achteraf ben ik blij dat ik het heb overleefd’.
Verder vertelde Monika dat ze een half jaar geleden bij de begrafenis is geweest van tante Corry. Het was een warm afscheid, kreeg warme muziek te horen. Dit was voor haar een openbaring. Zij kende dit niet van huis uit. Er wordt nog steeds negatief over het gezin van tante Corry gesproken.
Onderhandelen met overleden zielen. Kan dat?
Het betreft een 72 jarige gescheiden vrouw die al langere tijd stemmen hoort. Het zijn meerdere stemmen. Stemmen van overleden familieleden.
Mevrouw is het laatste half jaar van 2013 met een RM opgenomen geweest bij Dijk en Duin in Castricum. De reden was dat betrokkene zichzelf verwaarloosde en te veel geld uitgaf, waardoor zij in de schulden kwam. Dochter voelde zich wanhopig, machteloos. Dochter zag haar moeder steeds verder afglijden. Antipsychotica heeft er niet toe geleid dat de stemmen verdwenen.
Voordat betrokkene voor het eerst naar huis ging, heb ik haar in de kliniek bezocht en dochter telefonisch gesproken en de voorwaarde opgesteld, om het thuis wonen kans van slagen te geven. Betrokkene ging akkoord met deze voorwaarde. De belangrijkste voorwaarden waren dat zij hulpverlening moest accepteren en de aanwijzingen op moest volgen; dat zij haar voorgeschreven medicatie moest slikken en dat zij akkoord moest gaan dat haar dochter haar financiën beheerde.
Daarnaast heb ik plusminus een 15 vragen over de stemmen gevraagd om haar alvast te laten wennen aan de Maastrichtse benadering en te ervaren hoe het is om over de stemmen praten.
Mevrouw S is uiteindelijk december 2013 met een RM met voorwaarde naar huis gegaan.
Bij mijn eerste huisbezoek in bijzijn van dochter, heb ik nogmaals uitleg gegeven over de Maastrichtse benadering, dat het een andere benadering is dan ze tot nu toe van de GGZ gewend was.
Half december hoorde zij 2 stemmen (van ome Henk (55 jr dood) en Tante Grietje (10 jr dood). De onderwerpen van de laatste jaren gaan merendeel over drugs, drank en seks. Vroeger waren het meer opdrachten die ze kreeg om de wereld te redden. Mevrouw scheld de stemmen dan verrot, wordt er soms boos, dan de andere keer angstig van.
De keer daarop, eveneens in bijzijn van dochter, heb ik haar uitleg gegeven hoe met stemmen om te gaan. Hierbij heb ik enkele rollenspelen gespeeld, waarbij de ene keer de dochter de stemmen vertolkte en ik de stemmenhoorder en visa versa.
Laten zien dat stemmen negeren, geen zin heeft. Dit kan je wel proberen te doen, maar in gedachten stemmen negeren, wordt wel moeilijk. Uitschelden heeft geen zin, dan komen ze gewoon terug. Hoe om te gaan met stemmen die vervelende taal uitslaan, 'seks met je kleinkinderen willen'. In rollenspel met dochter gedragsalternatieven voorgedaan. Bijvoorbeeld stemmen wegsturen, helpt haar niet. Voorgesteld hen te verwelkomen en een uur aandacht te schenken, grenzen aan te geven. Met respect benaderen.
De keer daarna gaf betrokkene al aan minder last van stemmen te hebben. Ik zag ruimte een begin te maken met het opstellen van een signaleringsplan. Daarnaast vroeg ik haar of zij nog wensen had in haar leven en of zij nog een doel had wat zij wilde bereiken. Hierop gaf mevrouw aan dat zij in de zomer graag een dagje met mooi weer naar haar dochter wilde. Deze woont in het zelfde dorp een paar kilometer verder op. Zij zou graag bij haar dochter in de tuin met haar kleinkinderen in het badje willen spelen. Zij kwam ook wel eens bij haar dochter op bezoek, maar kon dan daar niet veel langer blijven dan enkele minuten, omdat de stemmen dan te heftig werden. De stemmen sloegen dan schunnige taal uit en hoorde zij stemmen met seksueel getinte uitspraken richting haar kleinkinderen. Mevrouw was dan bang dat de stemmen de overhand namen.
Ik vond dit een mooi doel om met haar voor de zomer aan te werken.
Later heb ik een afspraak bij mevrouw S in Volendam. Onze stagiaire (spv i.o.) liep die ochtend met mij mee. Op de heenweg in de auto, herinner ik mijn werkpunt voor vandaag bij deze vrouw.
Zo leg ik aan tafel de casus uit aan de stagiaire en vraag mevrouw hoe het nu met de stemmen gaat. Hierop reageert zij: 'Goed'. Het niet helemaal begrijpend wat ze hiermee bedoelt, vraag ik 'Hoe bedoelt u?' Mevrouw vertelt dat zij alleen Ome Henk nog maar hoort en hij is nu aardig. Ik reageer nog een beetje wantrouwend: 'U bedoelt dat hij geen vulgaire taal meer uitslaat?' Zij reageert met: 'Nee, dat doet hij niet meer, het is nu wel gezellig als hij er is. Hij luistert naar de psychiater'. Enigszins wat in verwarring, vraag ik aan haar wanneer ze bij de psychiater is geweest. Wat later begrijp ik dat ze mij met deze titulatuur bedoelt. Ik feliciteer haar van harte met het resultaat. Ik richt mij zo denkbeeldig nog even naar Ome Henk dat hij van hart welkom is en zeg: 'Fijn dat jullie elkaar nu met respect benaderen'. Mevrouw beaamt dit.
Denkend aan mijn werkpunt voor vandaag, vraag ik haar of zij afgelopen week nog bij haar dochter is geweest. Hierop reageert mevrouw dat zij afgelopen 3 weken al meerdere keren bij dochter is geweest. Afgelopen weekend heeft ze 4 uur bij haar doorgebracht en verteld dat het zo gezellig was. Ze hoorde deze momenten geen vervelende stemmen meer.
Een beetje verbouwereerd wat ik nu moet doen, drink ik maar gewoon, pratend over koetjes en kalfjes, mijn kopje koffie op. Zo besluit de stagiaire bij deze dame als leerervaring komende weken het Maastrichtse interview af te nemen, het rapport en het construct op te stellen.
Een kwartier eerder dan gepland verlaten wij de woning.
Buitengewone ervaringen, onzin of toch niet?
Buitengewone ervaringen, laten zich soms moeilijk onderzoeken en bewijzen.
Zelf heb ik als volwassene (laatste 20 jaar) een aantal keer heldere stemmen gehoord, beelden gezien, ervoer ik een weten of ontstonden er een reeks toevalligheden, welke voor mij een logisch gevolg waren en passend waren in de situatie op dat moment. Dit laatste kan je omschrijven als magisch denken. Ik zal een aantal voorbeelden kort proberen weer te geven.
Wat ik hieronder beschrijf, zijn individuele verhalen en ik kan mij voorstellen dat sceptici voor het grote geheel hier niet zo veel mee kunnen. Laat staan hier een afdoende logische verklaring voor kunnen geven.
Waar het om gaat is dat we een open mind houden, voor meerdere verklaringsmodellen, Romme beschrijft in 1991, acht verklaringsmodellen), welke helpend kunnen zijn om het lijden bij zieke mensen te verlichten. Het gaat er niet om wie er nu gelijk heeft, maar dat je op zoek gaat naar wat helpend is.
Zolang wij buitengewone ervaringen niet kunnen meten, weten wij het toch ook niet zeker. Het is niet ondenkbaar dat als er 1/1000 van een seconde allerlei plaatjes van de hersenen gemaakt kunnen worden, er meer informatie vrij komt.
Er is een periode geweest dat wij dachten dat de aarde plat was. In de tijd dat wij de bacteriën niet konden zien, waren zij er toch ook al. Zo ook geluidgolven en dergelijke. Dat weten we pas sinds wij deze zichtbaar hebben kunnen maken. We wisten het gewoon niet eerder. Dus wie weet…..
De eerste keer dat ik stemmen hoorde, 20 jaar geleden, werkte ik als verpleegkundige ruim 5 jaar in de psychiatrie. Ik was naar een of andere cursus t.a.v. attitude, omtrent het boek: ‘Een cursus in wonderen’. Ik had slechts over het boek gelezen en had het destijds nog niet in bezit. Ik was alleen nieuwsgierig.
Tijdens een training bespraken wij de attitude in contact met cliënten, o.a. het geven van adviezen. De cursusleidster suggereerde dat mensen zelf het beste wisten wat zij nodig hadden. Hierop gaf ik aan dat ik andere ervaringen op de afdeling had. Dat mensen zich afhankelijk konden gedragen en depressieve mensen letterlijk aan mij vroegen als verpleegkundige, wat zij moesten doen om beter te worden. Destijds was ik min of meer overtuigd dat ik dit wel wist: structuur, afleiding, wandelen, pillen en dergelijke.
De begeleidster vroeg mij mijn ogen te sluiten en mij voor te stellen alsof ik depressief was. Zij vroeg mij of ik wist wat ik nodig had.
Tijdens deze oefening in de groep, hoorde ik een hele heldere warme stem, ‘Ja’zeggen. Een stem die mij ontroerde. Ik werd er niet bang van. Ik herhaalde het antwoord hardop. De begeleidster vroeg vervolgens, ‘Wat heb je nodig? Waarop ik de stem hoorde zeggen: ‘Dat je naast mij zit en er voor mij bent’.
Waar het vandaan kwam, daar had ik geen idee van. Ik wist wel dat ik hier de rest van mijn leven niet meer om heen kon.
Nu heb ik dus af en toe een stem die hoor ik of ik zie een beeld of iets dergelijks, wat op dat moment in mijn leven iets positiefs bijdraagt, dit komt zeker niet elk half jaar voor. Jammer genoeg.
Ik heb dit nooit als symptoom van een ziekte gezien. Ik heb dat destijds ook niet breeduit rondgebazuind. Ik snapte natuurlijk dat dit een ongewone ervaring was, niet iedereen dit zou snappen en dat ik niet voor gek verklaart wilde worden of een andere niet-helpende stempel uit de DSM III, destijds op mijn voorhoofd wilde hebben. Ik wilde als mens of als collega, immers ook gewoon serieus genomen worden.
Nu heb ik ook een paar voorspellende stemmen gehad, die direct toetsbaar waren.
‘Let op het zitje’. Dit hoorde ik terwijl mijn dochter van 1-1,5 jr op de fiets voor in ’t het zitje zat.
Nog geen 1-3 minuten later, brak het zitje af. Mijn vrouw was hier getuige van. Of was dit een
folie à deux? ; - ). Er was hiervoor geen aanwijzing dat het zitje zou afbreken. Ik had nooit
gemerkt dat het zitje krakkemikkig was geworden.
Een aantal jaar later, bezochten wij met onze 2 kinderen een stad in Duitsland, op zoek naar
een groothandel in schoenen. Wij waren beide nog nooit in dit deel van Duitsland geweest.
Mijn vrouw zat achter het stuur, de kinderen zaten achterin. We hadden de tijd aan onszelf.
Wij hadden geen idee hoe we moesten rijden. Ik had ooit een boekje gelezen over ‘Luisteren
naar je innerlijke stem’. Ik dacht laten wij eens gek doen, dat maar eens uit proberen: Ik vroeg en luisterde als experiment, hoe we moesten rijden. Ik gaf aan mijn vrouw door, wat ik hoorde; ‘Links, rechts, rotonde ¾, linksaf viaduct onderdoor’ etc. ( plusminus 15 keer een straat ingereden). Net alsof ik wist hoe ik moest rijden. Op een gegeven moment reden wij een buitengebied in, ik ging twijfelen en suggereerde mijn vrouw de wagen toch maar aan de kant te zetten om de weg na te vragen. De voorbij rijdende fietser wees ons het gebouw 50 meter verder aan de rechter kant.
Een ander voorval is tijdens een oefengroepje, helder waarnemen. Ik had daar een ontmoeting met een vrouw die ik niet kende. Ik zag haar voor het eerst en had niet eerder van haar gehoord. Bij mij kwam het beeld van ‘een gebogen steel van een roos’ door. Ik vertelde haar dit beeld wat ik zag en zei daarbij: ‘Net alsof je gebukt door het leven ging’. Ik vroeg haar leeftijd. Zij vertelde dat zij 45 jr was. Waarop kijkend naar waar de buiging in de steel van de roos begon en waar hij eindigde, ik vroeg haar: ’Wat is er rond je 15 jaar gebeurd dat je gebukt door je leven ging en wat is er gebeurd rond je 30ste?’ Hierop gaf ze het antwoord dat ze op haar 14e borstkanker kreeg, dacht dat ze toen dood ging en op haar 30e kreeg ze haar 1e kind, toen durfde zij weer te leven.
Een andere ervaring, voor mij ook een bijzondere ervaring was plusminus 10 jaar geleden.
Mijn zwager was terminaal, hij zou aan het eind van de dag bediend worden en gezien mijn schoonzus geen ervaring had met ziek en zeer, vroeg ze mijn steun. Afijn na een paar dagen palliatieve zorg, was mijn zwager overleden. Mijn schoonzus en ik waren Kees aan het afleggen. Mijn schoonzus werd even afgeleid door een van haar jongste kinderen, en ze moest even mee naar boven. Ik zag toen een kettinkje rond Kees zijn hals. Ik heb dit bij hem afgedaan en heb dit even op het dressoir gelegd. Wij hebben Kees verder gewassen, hem andere kleding aangedaan, en het bed opgedekt. Toen vroeg mijn schoonzus op een gegeven moment kijkend naar het kettinkje, waar de 3 bedeltjes waren van het kettinkje, van geloof, hoop en liefde. Overal hebben wij gekeken onder Kees, onder het bed, tussen de lakens. Wij vonden slechts 2 bedeltjes. Het kruisje konden wij niet vinden. Weer overal gekeken. Mijn schoonzus raakte wat gestrest, zij had Kees beloofd, deze na zijn dood te dragen. Ik zelf voelde mij op dat moment ook wat wanhopig.
Toen vroeg ik Kees: Kees, kom schiet op, waar is het derde bedeltje? Gelijk hierna ging mijn aandacht naar een plek onder het 2 zitbankje achter mij, achter een van de poten van het bankje.
Hier lag het vermiste kruisje. Ik dacht toen nog, dit kan toeval zijn.
Die middag moesten we e.e.a. opruimen en voorbereiden. Zo had ik een kruiskopschroevendraaier
nodig om een bed uit elkaar te halen. Overal gezocht: in de schuur, garage, nergens een kruiskopschroevendraaier te vinden. Totdat ik opnieuw voor de 2ekeer in de garage kwam.
Kees lag daar inmiddels keurig opgebaard. Toen vroeg ik Kees, vanmorgen heb ik je geholpen,
waar is die kruiskopschroevendraaier? Gelijk ging mijn aandacht naar een van de 2 stalen
kasten. Omdat ik toch systematisch wilde zoeken, begon ik eerst met de andere kast.
Plank voor plank. Ik kreeg telkens een stem te horen van ‘nee’, zo doorgaand naar de 2e plank etc.
Nu de kast die hij mij had ‘aangewezen’. Weer plank voor plank. Bovenste plank, wederom ‘nee’.
2e plank ‘ja’. Enigszins verbaast ging ik hier op zoek en vond de kruiskopschroevendraaier onder
een klein plat koffertje.
Enkele weekenden later, toen ik daar was voor enkele klussen, had ik wat gereedschap van huis meegenomen, waaronder een accuboor. Gezien het nogal een pittige klus was en mijn accuboor leeg raakte, ging ik op zoek naar de accuboor van Kees. Nergens te vinden, waar ik ook zocht. Op een gegeven moment wederom Kees aangeroepen. Kees, waar is de accuboor? Waarop ik naar de schuur werd verwezen en daar aangekomen, ging mijn aandacht ging naar een klein koffertje tussen het gereedschap.
Nu had ik dat koffertje eerder opgemerkt, maar gezien mijn accuboor in een 2 maal zo
grote koffer zit, achtte ik dit niet de juiste koffer.
Afijn en zo waren er nog enkele andere ervaringen.
De hoeveelheid ervaringen, maakt het voor mij onwaarschijnlijk dat dit allemaal toeval is.
1 maal iets terugvinden op een aanwijzing van een overleden ziel, kan toeval zijn. 3 keer
vragen en gelijk mijn aandacht naar de juiste plek leggen. Maakt die kans aanzienlijk
kleiner dat dit toeval is. Laat staan de 15-20 afslagen die wij tijdens het ritje in Duitsland
maakten om bij de groothandel te komen.
Nu deelde ik dergelijke ervaringen met anderen, waarvan ik wist dat ze dit niet gek zouden
vinden, of mij in ieder geval niet zouden veroordelen.
Gehoord worden of aansluiten bij iemands ervaringsverhaal.
Als je als persoon iets meemaakt. Je verteld het tegen een vriend, collega of een hulpverlener en diegene gelooft je niet. Laat staan dat diegene gaat twijfelen aan je verstand. Dan ben je toch klaar. Aan diegenen vertel je nooit meer een dergelijk verhaal.
Nu heb ik verschillende theorieën gelezen over mogelijke verklaringen over onbewust signalen opvangen ed. Die verklaren mijn ervaringen niet afdoende.
Misschien kent iemand van jullie ook het boek: ’de Cursus in Wonderen’, Iris Sommers heeft hier ook in haar boek ‘Stemmen horen’ over geschreven. Dit is een boek wat doorgegeven is middels een stem aan een professor in de klinische psychologie, die het samen met haar collega, beiden van de medische faculteit van de Columbia Universiteit in New York, heeft opgetekend.
Ook dit boek met de vele wijsheden die hier in staan, kunnen niet verklaard worden met trauma’s en genetica.
Ik snap dat de werkelijkheid van sceptici er anders uit ziet dan de mijne. Beide hebben andere ervaringen. Dat maakt het voor mij niet minder interessant om die te delen en uit te zoeken, hoe het nu zit. Wat klopt er nu, wat klopt er niet?
Hoewel ik veel respect heb voor de gedrevenheid en de hoeveelheid werk die wetenschappers en andere onderzoekers hebben verzet, zou ik meer vertrouwen hebben in hun onderzoek als zij zich niet zo eenzijdig opstelden. Open staan voor meerdere verklaringsmodellen, zoals Romme en Escher deze beschreven hebben.
Sceptici hebben geen of hele andere ervaringen dan ik met dit fenomeen heb opgedaan.
Voor mij kan ik deze ervaringen, bijv. voorspellende stemmen en de route beschrijving, biologisch niet verklaren. Dat stemmen horen wat in de hersenen doet, dat het met MRI’s kan worden aangetoond, is mooi. Met visuele hallucinaties zal mogelijk iets vergelijkbaars, hersenactiviteiten in andere hersengebieden, plaats kunnen vinden.
Het is alleen lastig dat buitengewone ervaringen zich moeilijk laten meten of toetsen.
Wij weten nog weinig van de hersenen. Stevens Laureys, Vlaamse neuroloog, Universiteit van Luik, schrijft: ‘De vragen waarmee mijn onderzoeksgroep vijftien jaar geleden begon, stellen wij nog steeds. Wij hebben vele antwoorden gevonden, maar die leveren allemaal ook meteen weer zo veel nieuwe vragen op’.
De huidige meetinstrumenten, hoe gevoelig ook kunnen tot op heden nog maar grove metingen doen. Mogelijk kunnen er in de toekomst elke milliseconde foto’s van onze hersenen gemaakt worden.
Ik ben benieuwd welke kennis er de komende jaren vrij komt.
Stigma.
Onderstaande inzichten gebruikt uit het boek Handboek Rehabilitatie voor zorg en welzijn, L. Korelaar
en J.Droes. Hoe nu uitsluiting en discriminatie tegen te gaan in de psychiatrie?
Stigma heb je in allerlei soorten en maten.
Voor onze psychiatrische cliënten is stigmatisering een dagelijkse bron van zorg en de belangrijkste
barrière voor deelname aan de samenleving (Annette Plooy & Jaap van Weeghel 2011).
De beste rehabilitatie programma's worden deels te niet gedaan door de afwijzing die deelnemers
in de samenleving ervaren.
Veel mensen proberen wel deel te nemen, maar houden hun ervaringen (en/of diagnose) verborgen.
Psychiatrische patiënten of mensen met buitengewone ervaringen zoals stemmen horen, beelden
zien en hier betekenis aan geven worden als gevaarlijk en onvoorspelbaar =onbetrouwbaar gezien.
Omdat de betreffende eigenschap tevens bedreigend is, nemen 'normale' mensen, hulpverleners
het 'recht' om zich (onbewust) discriminerend te gedragen. Hiermee beschermen ze zowel zichzelf
als hun manier van leven. (Annette Plooy & Jaap van Weeghel 2011).
Het etiket 'onbetrouwbaar' activeert vooroordelen en maakt het dat dit stereotype beoordeeld wordt. Zo zijn diegenen op hun hoede en nemen de ander niet serieus.
Vergelijkbaar als mensen met schizofrenie of andere psychiatrische aandoeningen, trekken mensen zich vaak terug, praten niet over hun ervaringen, bang om voor gek verklaard te worden. Zij verwachten te worden afgewezen door hun familie of door andere belangrijke anderen (hulpverleners). Dit wordt wel het geanticipeerde stigma genoemd.
Uiteindelijk kan men in een isolement terecht komen. Iets dergelijks kan ook gebeuren met een stemmenhoorder.
Meegaan in de waan
De psychiater van het team, vraagt mij het dossier van mevrouw Decretia te lezen.
Zij hoopt dat ik met de Maastrichtse benadering misschien wat kan ondersteunen/helpen in deze lastige situatie.
Mevr. Decretia, 83 jr., woont zelfstandig in een appartement van een 55+ complex, heeft een uitgebreide voorgeschiedenis met een al jaren (meer dan 10 jaar) bestaande chronische waanstoornis.Cliente wil i.v.m bijwerkingen geen antipsychotica. In het verleden is dit al eens een keer geprobeerd. Reageert boos als iets dergelijks weer wordt voorgesteld: ‘Jullie denken dat ik gek ben.’Eén maal in de week krijgt zij praktische ondersteuning bij het boodschappen doen en bij de administratie. Zij heeft afgelopen jaren al diverse keren huishoudelijke hulp gehad, maar geen 1 van hen was goed genoeg. Merendeel van deze medewerkers werd na 3-4 maanden door haar als niet betrouwbaar af geserveerd. Zij heeft allerlei waanideeën ontwikkeld, veelal gericht naar bovenburen zie zij bij haar in huis ziet verschijnen. Zij is inmiddels de laatste 15 jaar met tussenpozen van 2-4 jaar, 6-7 keer verhuisd, hopend op een betere woonomgeving, waarin zij niet lastiggevallen wordt door buren. Uit de rapportage begrijp ik dat er een neurologisch psychologisch onderzoek is aangevraagd. Hiermee hoopt het behandelteam duidelijk te krijgen over er sprake is van een mogelijk dementieel beeld om uiteindelijk beter zicht te krijgen op een geschikte woonplek.
De psychiater had al eerder het Maastrichtse interview afgenomen.
Het construct heeft zij als volgt geformuleerd:
-
Wie vertegenwoordigen de stemmen
a. Zanger van Bløfen ‘de Club’ van de radio: Zij zouden kunnen staan voor de beschermende figuur, steun, betrouwbare figuur in haar jeugd (deels was dit haar vader) en ‘Club’ voor de omgeving, broers, zussen (ergens bij willen horen) hetgeen mevrouw gemist heeft in haar jeugd; vertegenwoordiging van waardering (van haar talent, inzet en fysieke schoonheid) zichzelf kunnen zijn en haar talenten ontplooien (zingen) en ook steun, gezelligheid, gevoel ergens bij te horen (nu dus bij de club). De contacten (vs. eenzaamheid, lege dagen en gemis van overleden dochter Marja). Mevr. heeft dit allemaal gevoeld bij de club en bij Bløf. Haar dochter gaf rondom haar overlijden aan: ‘je moet zingen ma’. Dit heeft ze gedaan, doet ze nog steeds dagelijks. Bløfzou voor haar vader kunnen staan, ze lijken op elkaar. Mevrouw gaf aan dat Bløfgewoon een wereldman is, levenswijs en veel begrip. Lief, net als haar vader. Toen zij werd geboren had haar vader gezegd: ‘Er is een bloem geboren’. Ze was naar haar zeggen, de mooiste van de 7 zussen. Bløfwordt in het dagelijks leven, telkens afgeleid en verlijdt door jonge vrouwen, maar elke keer komt hij weer terug bij haar.
b. De moeder van Bløf zou voor haar de ideale moeder zijn en met name wat ze gemist heeft in relaties. ‘Eén blik is genoeg, ze begrijpt alles. Zij waardeert mij. Wat betreft mijn eigen moeder, was het nooit genoeg. Ik was thuis de Assepoester.’
c. De boze bovenbuurman: Mevrouw geeft aan dat de bovenbuurman iets weg heeft van haar broer Dirk en haar moeder die haar slecht behandelde en mishandelde in haar jeugd en continue over haar grenzen gingen. Mevrouw werd echter nooit boos. Rationaliseert gedrag vanuit haar eigen moeilijke jeugd. Mevrouw is opgegroeid in een achterstandswijk in Amsterdam Noord. Cliënte is in oorlogstijd naar de lagere school gegaan. Heeft de lagere school niet afgemaakt, is al snel aan het werk gegaan. Zij heeft er vele burenruzies ervaren, had gevoel altijd op haar hoede te moeten zijn. Op 16-jarige leeftijd is zij verkracht door een ex-vriendje, heeft er met niemand over durven praten. Het gedrag van de buurman: het weg willen pesten, stiekem bij haar binnen willen komen en over haar grenzen aan gaan, het pesten door spullen te vernielen, en te verplaatsen. De buurman zet haar leven op zijn kop hoe erg ze ook haar best doet e.e.a. te controleren, haar huis te bewaken.
2. Welk probleem vertegenwoordigen de stemmen?
Bløf en de club: Dit zou voor het gemis van vroeger aan veiligheid, geborgenheid, gezelligheid binnen het oude gezin kunnen zijn. Het gevoel ergens bij te horen en gewaardeerd worden om wie je bent. Jezelf te kunnen ontplooien. ‘Laat nou eens zien wat je in huis hebt’ zei de club in het begin. Steun ontvangen als je dat nodig hebt bijvoorbeeld bij het overlijden van Marja. Op de dag dat mevrouw geconfronteerd werd met de slechte diagnose van Marja, werd mevrouw geïntroduceerd bij de club, door de drummer van Bløf. Dit nadat mevrouw zich bezorgd maakte over haar dochter en zich bedacht: ’O, als ik maar niet alleen achterblijf, ik kan niet zonder haar leven.’ Ook haar schoonheid wordt door de club en m.n. door Bløf gezien. ‘De club heeft er in mijn leven voor gezorgd, dat ik, ondanks mijn moeilijke jeugd en de dood van mijn dochter Manja, weer echt durf te leven’. ‘De lach van Pien’ is een vaste uitzending op de radio. De club stimuleren Pien te zingen, wat haar een goed gevoel geeft. Het gevoel dat zij meer dan de moeite waard is. Ze zijn gek op haar. Zij waren haar redding na het bericht van Manja. De man die haar introduceerde bij de club, omschrijft mevrouw als ‘een steun in mijn rug en in mijn verdriet. Hij heeft mij gezien, is een echte psycholoog, hij heeft me weer doen lachen.’
Wat is helpend?
De suggesties die de psychiater overweegt welke zouden kunnen helpen, het leven van mevrouw wat draaglijker te maken: Sociaal netwerk vergroten, wat meer onder de mensen zijn, een maatje; EMDR op de doorgemaakte trauma’s; Het gevoel van controle over buurman te vergroten; Gesprekken gericht op de rouwverwerking rond overlijden van dochter.
Mevr. verteld over de wormen die zij voorheen zag in haar huis en toilet, dat zij zich nog steeds dagelijks insmeert met zalfjes en duizenden wormpjes dagelijks over de vloer kruipen. Dat ze denkt dat er een dikke worm nog steeds in haar gangkast zit. Zij beschrijft hem als een dikke worm met een formaat van zoals ze dat laat zien van 5-6 cm bij 40-50 cm, een worm zonder kop en staart. Ze verteld hoe ze destijds hiermee aan het vechten was, rollend over de vloer en dat deze worm een piepend geluid gaf. Dit geluid hoort ze nu als ze de kast opendoet en deze weer dicht doet.
Als ik vraag of ik die kast mag zien, e.e.a. mag onderzoeken, reageert ze enigszins voorzichtig, maar staat wel toe als ik op onderzoek uit ga. Wijst mij de deur van het kamertje in de hal en wijst daar de kast aan. Bij opendoen piept de deur een beetje en als ik de deur weer dicht doe, klapt de andere kastdeur een beetje open en dicht, waarbij dit tevens een klapperend geluid geeft. Op beide geluiden reageert cliënte verschrikt; ‘Hoor je dat, dat komt van die worm.’ Mevrouw vermoed nog steeds dat de worm in deze kast zit.
Bij meerdere herhalingen van deur open en deur dicht, met verwijzingen naar het bewegen van de kastdeur, de scharnieren, herkent ze dit, kan ze voorzichtig deze betekenis van waar het geluid van afkomstig is accepteren. Zij benoemt het geluid vreselijk te vinden. Ik suggereer volgende week de scharnieren voor haar te willen smeren en de kast van dopjes voorzien tegen het klapperen. De worm te vergiftigen middels een bestrijdingsmiddel. Zij reageert hierop verheugd als ik dit wil doen.
De week erop geeft mevrouw aan nu te denken dat piepgeluid van scharnieren komt. Denkt dat de oorzaak van de vele wormpjes uit kast komt, ziet elke dag duizenden wormpjes daar vandaan kruipen. Schoonmaakazijn helpt volgens mevrouw goed voor vloer. Zij ziet hierbij de wormen in één krimpen. We hebben samen wat kleiding, spullen uit kast gehaald om overal goed bij te kunnen.
Scharnieren hierop gespoten met siliconenspray, dempers aangebraacht op deur tegen het klapperen van deur en de kast grondig ondergespoten met insecten gif.
Hierbij heb ik wel aangegeven dat net als bij muizengif, het 2-3 dagen kan duren voor het spul effect heeft. Het spul zo werkt dat als de worm over het bespoten oppervlak kruipt, het ermee besmet wordt. Mevrouw geeft uiting het te begrijpen en zegt blij te zijn. Ik raad haar aan komende week niet in de kast te komen, het gif even zijn werk kan doen.
Zw verteld over wat ze afgelopen week heeft meegemaakt met haar buurman. Benoemd o.a. het slechte licht in badkamer, wat hij heeft veroorzaakt. Hierop stel ik haar voor een volgende keer een sterke lamp mee te nemen en zo ik zelf kan kijken wat er gebeurd, als de bovenbuurman aan deze lamp gaat zitten. Dit vindt cliënte wel goed. Geeft nogmaals aan blij te zijn met huidige acties. Hierop geef ik zelf ook benieuwd te zijn naar het resultaat.
Vraagt mij tussendoor nog naar andere woning. Benoemd dat mijn collegae hier nog mee bezig zijn. Wij het onderzoek even af moeten wachten.
Het neurologisch psychologisch onderzoek is aangevraagd om de cognitieve problemen te objectiveren en een eventuele oorzaak aan te kunnen geven voor de levendige visuele hallucinaties.
Bij het onderzoek vallen wel enige geheugenproblemen op. Het denken is dermate gedesorganiseerd en de aandacht dermate slecht te trekken en te behouden dat neuropsychologisch onderzoek niet goed mogelijk is.
Wij krijgen een melding van de crisisdienst binnen: Mevrouw komt via de verzorgende van een in de buurt gelegen verzorgingshuis, bij crisisdienst in beeld vanwege overlast. Daarnaast zijn er klachten van de politie vanwege veelvuldig bellen t.g.v. verward gedrag. De crisisdienst zag geen noodzaak om er direct heen te gaan gezien het feit dat dit al langer bestaande problematiek is. Zij stellen dat er geen gevaar criteria zijn. Een crisisplan wordt door haar vaste behandelaar overwogen.
Bij een volgend bezoek vertelde mevrouw dat enkele dagen nadat het gif gespoten is, de wormen in haar huis aanzienlijk afgenomen zijn. Zij kan het niet geloven. Verder hebben wij er even bij stil gestaan, dat het gif nog even kan nawerken.
De lamp in kastruimte en douche vervang ik door een lamp met meer dan 1000 Lumen. Wij constateren gezamenlijk dat er nu veel licht in de badkamer is.
Mevr. verteld wederom over haar overlast van buurman en de prostituee.
Geeft aan afgelopen weekend politie over huis te hebben gehad omdat de buurman langs kwam. Aangegeven mogelijk 's avonds ook licht in badkamer aan kan laten, buurman mogelijk afschrikt.
Bij een volgend bezoek bied ik haar een steunend contact in kader van onderzoek naar benadermogelijkheden t.a.v. haar achterdocht, waanideeën t.a.v. buurman die allerlei veranderingen in huis brengt. Ervaart voldoende licht nu in badkamer. Vertelde dat haar buurman een tijd geleden 3 lichten in de badkamer had veranderd, zij met hoge energierekeningen kwam te zitten. We hebben samen even de badkamer doorgelopen, 2 lampen geteld, die nog steeds goed licht afgaven.
Mevrouw heeft negatieve associatie bij beschadiging in behang., mensen achter de TV. Door het behang heen komen. De huismeester zou onder een hoedje spelen met deze mensen. Deze zou van de huismeester altijd binnen mogen komen. Mevrouw geeft aan dat de wormen nu minimaal aanwezig zijn. Ze wijst op het luchtafvoer kanaal en dat de buurman het afdekplaatje heeft weggehaald, hier een onaangename geur van af komt. Ik geef aan dat ik hier wel iets voor moet vinden en nog een keer vergif mee neem om ook laatste restje wormen te vernietigen.
Aan de keukentafel hebben we nog even over een eventuele verhuizing gesproken. Uiteindelijk lijkt verhuizen naar een na gelegen verzorgingshuis voor mevrouw een mogelijke optie. Staat ook open voor andere opties. Maar haar voorkeur lijkt hier te liggen.
Daar zou dagbesteding mogelijk zijn, kan ze meer dagstructuur krijgen en meer onder de mensen zijn. Dit laatste heb ik naar haar nog niet geopperd.
Twee weken later is mevrouw van slag vanwege de radio die kapot is. Hij is haar veel waard.
Heeft last van stankoverlast vanwege ontbreken van afdekplaatjes van het luchtafvoersysteem. Aangegeven roosters voor aan te schaffen. De kast nogmaals ingespoten met insecten gif.
Een paar dagen later aan het begin van de avond, ga ik onverwacht bij haar langs. Kijk het ventilatiekanaal na en plaats vervolgens een lucht afdekplaatje in de badkamer. Mevrouw wijst mij erop zich ook al langere tijd aan het afdekplaatje in de keuken te storen. Er zit veel stof aan en het bevat volgens haar een te grote opening. Ook hier komt een vieze lucht vanaf. Voor een volgende keer beloof ik het afdekplaatje voor de luchtafvoer in de keuken mee te nemen.
Mevrouw verteld tussenloops, dat de wormen niet meer terug zijn gekomen.
Bij een volgend bezoek, na vervanging van het afdekplaatje ga ik even zitten voor een praatje. Benoem dat de draagbare radio die al een paar maanden midden op tafel staat, kapot is. Ik vraag wat ze er mee moet en stel voor dat ik hem voor haar weggooi? Mevrouw verschrikt. Zij reageert dat de ouders van Bløf erin liggen. Mogelijk kan ik ze wel zien. Hij (ze bedoeld hiermee de zanger van Bløf) heeft hen achtergelaten en zij zit er al een paar jaar wel mee opgescheept. De radio geeft volgens mevrouw nog mooie muziek af. De radio zou volgens haar slecht een kleine reparatie behoeven. Mevrouw verteld dat de radio afkomstig van haar zoon is, het een hele dure en kwalitatieve goede radio is. Ik zie echter het stickertje met de prijs van blokker er nog op zitten: €39,85. Ik benoem dit en dat de radio waarschijnlijk ouder dan 10 jaar is. Nu hij kapot is, geen waarde meer heeft. Hem repareren, waarschijnlijk meer kost dan een nieuwe radio. Mevr. beweert dat ik de radio niet mee kan nemen, die mensen zitten er immers nog in. Ik kan ze toch niet laten vermoorden? Ik schiet in de lach en kijk haar verbaast aan: ‘Ik ga toch niemand vermoorden? ‘Waar zie je mij voor aan?’ Stel haar voor ze ergens midden op een weiland te zetten of ze af te leveren bij de opvang van het Leger des Heils. Mevrouw schiet ook in de lach. Ik vraag haar wie de baas is in haar eigen huis.
Zij of die ouders van Bløf. ‘Ik’, zegt ze. Ik benoem dat als bij mij vreemde gasten in mijn huis logeren en ik het zat ben, ze toch echt de deur uit zet. Ook al zijn het oudjes. Dat het toch te gek voor woorden is, dat zij er op haar oude dag voor dit stel moet zorgen. Nu begin ik in haar bijzijn de radio te onderzoeken, probeer naar binnen te kijken via het schermpje en via de luidsprekers. Probeer een glimp van deze oudjes op te vangen. Zeg: ‘Ik zie niets’ en begin naar deze oudjes in de radio te roepen: ‘Hallo, zijn jullie daar?’ Hoor geen reactie. Ik roep nog enkele keren, doe een klepje open. Zeg: ‘Hier zitten ze ook niet.’ Rammel flink aan de radio, door deze te schudden. ‘Hallo, hallo!’ Zeg tegen cliënte: ’Ik weet niet of ze erin zitten, ze reageren niet erg.’ Zij antwoord, dat ze er vanmorgen toch echt in zaten, ‘ik lieg niet.’ Ik benoem, dat ik haar wel geloof, geen reden heb om aan haar woorden te twijfelen, maar dat het aardig stil is daarbinnen. Cliënte reageert: ‘Dan zijn ze weg.’ Mevrouw zegt sprakeloos te zijn. Ze kan het niet geloven. Ze zit voor haar gevoel al jaren hierdoor in de problemen. Ik stel voor de radio dan mee te nemen voor die gasten terugkomen. Zij maar elders een onderkomen moeten zoeken. Cliënte reageert, dat ze blij is als ik dit apparaat meeneem. ‘Maar wat moet ik dan tegen zoon zeggen?’ Ik beantwoord: ‘Nou gewoon, dat hij kapot is.’ Ik besluit met haar instemming het apparaat mee te nemen. Bij mijn motor aangekomen, realiseer ik mij dat het wat onhandig dragen is. Onderweg, 300 meter verder, staat een zwarte afvalcontainer, dump de kapotte radio erin, en rijdt verder op weg naar huis.
Een paar dagen later heb ik een reguliere afspraak met haar. Verteld dat de oudjes van Bløf niet terug zijn gekomen Dit voor haar heen hele opluchting is. Realiseert zich al die jaren zorgen over te hebben gehad. Ze verwacht niet dat ze terugkomen. Vervang en verplaats in samenspraak met haar een drietal lampen, doe er nieuwe bolletjes in en verplaats een andere kleine compacte radio naar de tafel, cliënte er zo allemaal beter bij kan en meer heeft aan de verlichting die ze heeft staan. Mevr. verteld over de kast waar de tv op staat, een oud versleten kastje, ooit van haar zoon gekregen, om te bewaren, waar de deurtjes van kapot zijn. Hier zitten mensen in, die ze al lang kent zolang zij hier woont, deze mensen zijn verbonden aan ‘de club’, daarom niet ze kunnen verhuizen naar een eigen appartement elders. Als ik haar vraag hoe dat kan en waarom zij hier in haar huis hen onderdak dient te verschaffen, reageert zij, dat ik het niet snap. Ze wist dit van tevoren, ze gunt hen graag steun. Maar zou wel graag een grotere kast willen. Ik geef aan dat ik kan uitkijken naar een mooi tweedehands kastje. Vraag wat het mag kosten €50,-? Mag ook wel iets meer zijn volgens mevrouw. Ik meet de maten op, wat de kast voor afmeting mag hebben: 1,10 m breed bij max 0,84m hoog. Neem afscheid. Geef aan dat het wel even kan duren, voor ik een geschikt kastje gevonden heb.
Ervaringsverhaal m.b.t. coaching on the job.
Een psycholoog van PsyQ kwam naar mij toe, vertelde over een cliënt van haar die stemmen hoorde, waarbij zij niet goed wist wat zij voor hem kon doen. Of ik iets voor haar cliënt kon doen.
Het betrof een man van Bosnische afkomst. Hij is 33 jaar en woont bij zijn ouders. Hij werkte bij een ICT-bedrijf, heeft daar ontslag genomen omdat hij onzeker werd over zijn functioneren. Hij hoort stemmen en is er bang van, heeft het idee dat hij ziek is. Momenteel is hij bezig met het afronden van zijn opleiding. Hij krijgt al een tijdje antipsychotica. Zij had CGT bij hem gedaan, maar de stemmen werden niet minder.
Hierop heb ik voorgesteld het traject samen het haar te doen, zodat zij het in het vervolg ook zelfstandig zou kunnen. Ik bood aan voor haar ‘een coaching on the job’ te verzorgen, een training aan haar, waar de cliënt bij zit.
Gezien wij bij verschillende zorgbedrijven werkten, hebben wij intern even afgestemd. Onze leidinggevenden van de teams waar wij werken zagen geen bezwaar. De cliënt, had wel interesse en was nieuwsgierig.
Wij hadden in eerste instantie 7-8 gesprekken gepland. Uiteindelijk hebben wij bij elkaar 5 gesprekken gevoerd. Dat deze cliënt leergierig was en gemotiveerd, maakte het coachingstraject voor ons wel gemakkelijker dan ik verwacht had.
Op de 1e afspraak kwam de cliënt met zijn moeder. Na een voorstelrondje, vertelde ik enige info over de Maastrichtse benadering (Een persoonlijke diagnose, Corstens, Romme, februari 2016) en mijn ervaringen hiermee. Dat ik zelf stemmen heb gehoord, dit niet tegen collegae vertelde in de psychiatrie, omdat ik niet als psychiatrische patiënt gezien wilde worden.
Ik heb hierbij benoemd dat op dit moment nog veel hulpverleners denken dat als je stemmen hoort, je dan ziek bent.
Ik heb hem verteld hoe ik in 2011 in de huisartsenpraktijk als POH-GGZ in aanraking kwam met deze benadering.
Ook vertelde ik hoe ik heb ervaren dat al veel stemmenhoorders middels deze benadering ontdekken dat dat de stemmen vriendelijker worden, de stemmen verminderen, of dat de stemmen helemaal verdwijnen.
En ik vertelde erbij: "Ik ervaar zelf nu geen stemmen meer!"
Vervolgens legde ik uit, dat ik dit ook weleens jammer vind, omdat ik veel aan de stemmen heb te danken. Verder vertelde ik dat ik trainingen verzorg aan hulpverleners en stemmenhoorders. Dat zij van elkaar leren. Dat hulpverleners leren stemmenhoorders te ondersteunen en dat stemmenhoorders kunnen leren hoe om te gaan met de stemmen.
Verder heb ik een kader aangeboden hoe om te gaan met emoties, omdat ik inmiddels ook heb ervaren dat veel stemmenhoorders die bang voor hun stemmen zijn, moeite hebben om goed met hun emoties om te gaan.
Ik overhandigde hem een A4-tje wat hij die komende periode kon gebruiken als gedachterichter, hoe om te gaan met zijn emoties. Ook gaf ik hem nog enkele suggesties, hoe komende week om te gaan met de stemmen. Met een brochure van Stichting Weerklank (Stemmen horen), een reader over scholing, samenwerkingsafspraken ten aanzien van het afnemen van het Maastrichtse interview, het opstellen van het rapport en formuleren van construct, namen wij afscheid.
Het 2e en 3e gesprek hebben wij gebruikt om met de psycholoog het Maastrichtse interview te nemen.
In het 2e gesprek gaf de cliënt al aan minder last van stemmen te hebben, de toon was daarbij ook veranderd. Hij was nu niet meer zo bang voor de stemmen. Gedurende de vervolggesprekken maakte cliënt vorderingen. Hij merkte op dat hij de baas is geworden in plaats van de stemmen.
In het 3e gesprek bespraken we ook nog wat omgangsvormen met stemmen.
Voor het 4e gesprek bespraken we het rapport en construct en het eventuele vervolgtraject.
Het rapport was door de hulpverlener zo opgesteld, zodat het een rapport werd voor de cliënt, zodat hij zich erin kon herkennen. Het rapport werd dan ook in de ik-vorm geschreven.
Het 5e gesprek was met name om het leertraject af te ronden. Deze sessie gebruikten we om verschillende benaderingswijze naar stemmen door te nemen.
Welke benadering had wel en welke had geen positief effect op de stemmen? Stemmenhoorders kunnen dit zelf het beste ervaren. Voor deze cliënt had dit laatste geen nut meer, omdat hij immers geen last meer ervaarde van de stemmen. Hij besloot om af te zien van een vervolgtraject:
"Cliënt geeft aan zo voldoende handvatten te hebben hoe in het vervolg met zijn stemmen en emoties om te gaan. Hij gaat in overleg met zijn behandelaar om de medicatie af te bouwen."
Reactie van de psycholoog die met Peter samenwerkte:
"Wat ik leuk vond aan deze training is enerzijds de nieuwe informatie over het horen van stemmen, anderzijds de manier van werken. Peter had een levendige manier van vertellen, met veel voorbeelden over zowel zichzelf, andere cliënten of vanuit de informatie die cliënt zelf gegeven had.
Dit maakte de informatie begrijpelijk, maar ook toegankelijk. Er ontstond een sfeer van samen ergens mee bezig zijn, niet ‘schools’. Ik was zelf niet zo bekend met het fenomeen stemmen horen, op onze afdeling komen we het niet vaak tegen.
Ik was er zelf vanuit gegaan dat als iemand daar ‘last’ van heeft, het het doel is dat het ‘weer over gaat’. In deze training ging het vooral om leren omgaan met de stemmen, waarbij de stemmen in het geval van deze cliënt, van toon veranderde en alsnog verminderden.
Wat ik leuk vond aan de manier van werken is dat we samen met de cliënt, wel door middel van een gestructureerd interview, meer informatie verkregen over de stemmen. Heel uitgebreid. Doordat de cliënt al veel inzicht had, verliep het afnemen vlot en gestructureerd.
Nog enkele overwegingen die ik had tijdens het training, is bijvoorbeeld in hoeverre de methode wetenschappelijk onderzocht is. Hier zou ik wel benieuwd naar zijn en eens informatie over op willen zoeken.
Iets anders wat ik opmerkte is dat cliënt soms wat terughoudend was in het geven van antwoorden. Ik twijfelde er op zo’n moment aan hoe open hij was. Peter vroeg in die gevallen gewoon door, op momenten ook ‘empatisch confronterend’, waardoor cliënt meer informatie gaf. Ik vraag me af in hoeverre dit een valkuil is in het onderzoek, of hoe hier bij andere cliënten mee om wordt gegaan.
De manier van kijken naar de stemmen, namelijk voor wie staan ze en welke problemen representeren ze, leverde naar mijn idee veel informatie op, zowel voor mij als voor de cliënt.
Hij kon dit helder benoemen en daardoor voelde zijn uiteindelijke keuze om niet verder gebruik te maken van behandeling, als weloverwogen.
Al met al vond ik het erg leuk dat Peter deze training wilde geven, het was een waardevolle toevoeging."
Uitwerking rapport en construct:
Belangrijkste informatie per item voor rapport/verslag: Mehmet, 10-09-1987
(Juli. 2018, S.T., pso)
1. Aard van de beleving:
Sinds januari hoorde ik drie stemmen, sinds twee weken is dit er nog maar een (of soms helemaal geen). Ik ga ervan uit dat ik mijn eigen stem hoor, wat voortkomt uit een biologisch proces in de hersenen.
In het begin koppelde ik beelden aan de stemmen, bijvoorbeeld van mijn ouders of familie.
2 Karakteristieken:
Stem 1 is rond de 30, het geslacht is onduidelijk. De stem geeft advies en is behulpzaam. Wanneer er stemmen zijn, is deze stem de helft van de tijd aanwezig. De stem zou van een van mijn ouders of van een ander familielid kunnen zijn. De stem zegt namelijk dingen die mijn ouders ook zouden kunnen zeggen. Denken dat het mijn ouders zijn, maakt het makkelijker om met de stem om te gaan.
Stem 2 is even oud, ook hiervan is het geslacht onbekend. Deze stem is strenger, gaf eerder opdrachten (doen van dagelijkse dingen) en/of commentaar. Ik vind het moeilijk om te zeggen van wie de stem zou kunnen zijn. Ik leg een link met collega’s van mijn eerdere werk, waarvan ik bang was dat ze in mijn pc konden kijken en daardoor negatief over mij dachten. Dit was tevens de trigger voor het ontstaan van de stemmen.
(Stem 3) ben ik zelf, eigenlijk zijn dit meer mijn eigen gedachten, die in gesprek gaan met de bovenste twee stemmen.
De stemmen zijn er vooral wanneer ik alleen ben of als ik niks te doen heb en dan met name wanneer ik ga piekeren. Inmiddels (sinds een paar weken) is de frequentie afgenomen. Hij alleen is of niks te doen heeft.
3 Geschiedenis van de stemmen:
De stemmen zijn in januari 2018 begonnen. Wat eraan vooraf leek te gaan, is dat ik al jaren slecht en heel licht sliep. Ik ging daardoor moe naar mijn werk. In eerste instantie waren ze sturend van aard, ze gaven opdrachten mbt dagelijks functioneren zoals ‘ga douchen, neem ontbijt’. Later werden ze negatiever en soms dreigend. Ze gaven commentaar, bijvoorbeeld dat ik niet deug. Dit had vooral betrekking op de fouten die ik op werk heb gemaakt. Ik heb een bepaalde e-mail naar iedereen gestuurd wat niet de bedoeling was. Ik werd hierop aangesproken door een collega. Daarnaast heb ik op facebook gekeken van een vrouwelijke collega van een andere afdeling. Hier ben ik niet direct op aangesproken, maar hoorde mensen wel zeggen dat facebook voor vrienden is en niet voor collega’s. Ik heb er spijt van dat ik dit heb gedaan. Uiteindelijk heb ik abrupt ontslag genomen. Ik voelde me niet veilig in de omgeving. Ik werkte in security in ICT. Ik kon mijn positie niet vasthouden. Deze gevoelens heb ik niet met mijn baas besproken, hij was verbaasd dat ik wegging. Ik heb niet gecheckt of mijn gedachten klopten.
Uiteindelijk gingen de stemmen weer van resoluut en streng, naar adviserend en behulpzaam.
De stemmen zijn ontstaan nadat ik mij afgewezen voelde op mijn werk en thuis kwam te zitten. De stemmen zijn niet veranderd naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis.
4 Ervaringen uit de jeugd:
Ik ben opgegroeid en Bosnië en heb de oorlog meegemaakt. Het verhuizen naar een nieuwe omgeving en met name het starten op een nieuwe school, was stressvol voor mij. Ik zou het het liefst vergeten. In Bosnië was het stressvol en akelig, ik herinner me nog dat we moesten schuilen. Mijn thuissituatie was stabiel en prettig, ik heb goed contact met mijn beide ouders en familie (opa, oma en oom).
In het verleden was ik vooral gefocust op mijn eigen veiligheid. Het is belangrijk voor mij dat ik me ergens thuis voel. Als dat niet het geval is, kan ik niet goed functioneren. Ik heb behoefte aan duidelijkheid, bijvoorbeeld op werk, dan weet ik graag wat er van mij verwacht wordt.
5 Triggers:
De stemmen komen wanneer ik alleen ben en wanneer ik me angstig voel. De angst is er vooral wanneer ik pieker over mijn toekomst. De stemmen zijn er alleen overdag. Andere momenten dat ze er zijn, is als ik ze zelf oproep. Dit doe ik om te merken of ze er nog zijn of om te horen wat ze te zeggen hebben. Als ik boos ben, zijn de stemmen helpend, geven ze wat kritiek zodat ik de context begrijp. Als ik angstig ben zijn de stemmen adviserend van aard, zodat de angst afneemt. Als ik twijfel geven ze me richting. Wanneer ik me schuldig voel, geven ze inzicht door een beetje kritisch te zijn. Als ik me alleen voel, roep ik ze zelf op en zijn ze helpend/steunend/adviserend.
6 Inhoud van de stemmen:
De stemmen zijn vooral adviserend/helpend/resoluut. Ze zeggen bijvoorbeeld, maak je niet druk. Of: dan had je beter je best moeten doen. De stemmen zetten dingen voor me op een rij. De stemmen praten vooral over mijn psychose, studie en werk en vragen bijvoorbeeld waarom ik het niet eerder heb zien aankomen. De stemmen verergeren als ik er tegenin ga, zijn niet dreigend. De laatste tijd zijn ze milder en op een helpende manier aanwezig.
7 Interpretatie:
Ik ga ervan uit dat de stemmen vanuit mijzelf komen, door een biologisch proces in mijn hersenen. Een andere optie is dat het Djinns zijn. Eerst was ik bang voor de stemmen, ik wist niet wat me overkwam. Inmiddels geloof ik dat de stemmen mij meer inzicht willen geven in wie ik ben en dat ze willen dat ik verander in een positiever mens. Een van de dingen is bijvoorbeeld dat ik minder streng zou willen zijn naar mezelf en anderen. Door hier op deze manier over na te denken, is de angst voor de stemmen afgenomen.
8 Invloed van de stemmen (gaat om de invloed van de stemmen op de stemmenhoorder):
In eerste instantie was ik teruggetrokken en beïnvloedden de stemmen mijn dagelijks functioneren. Ze maakten me in de war, angstig en er was geen balans. Ik lag veel op bed, ook overdag. Dit ontstond nadat ik was gestopt met werken. Inmiddels heb ik de dagelijkse taken weer opgepakt en heb ik meer structuur aangebracht in mijn leven. Dit maakte de stemmen milder en minder aanwezig. Momenteel is er weinig invloed op mijn functioneren, behalve wellicht in positieve zin.
Wanneer de stemmen er niet meer zouden zijn, zou ik denk ik opener zijn, vriendelijker en meer communiceren met anderen.
9 Relatie met de stemmen (gaat om de invloed van de stemmenhoorder op de stemmen):
In het begin waren de stemmen de baas, nu voel ik mij de baas. De verdeling was eerst ‘0-100’, nu is dat veranderd naar ’90-10’, waarbij ik de 90 ben. Ik kan de stemmen nu zelf oproepen, maar ze ook afkappen als ik dat wil, of juist naar ze luisteren. De stemmen luisteren nu ook naar mij en houden rekening met me.
10 Coping:
De belangrijkste manier van omgaan met de stemmen is dat ik ze wegstuur of afbaken in tijd. Hierdoor zijn de stemmen minder aanwezig. Wat ook helpt is afleiding zoeken door aan iets anders te denken, tv te kijken of met iemand praten, bijvoorbeeld mijn moeder. Daarnaast zeg ik gebeden op tegen de Djinns. De coping lijkt veranderd van lukraak (bijv. doen of ze er niet zijn, in bed liggen) naar systematisch (met ze communiceren en ze begrenzen, of ze juist de ruimte geven en naar ze luisteren). Al met al voel ik mij beter opgewassen tegen de stemmen.
11 Hulpverleningsgeschiedenis:
Ik ben eerder bij PsyQ in behandeling geweest. Dit was meer gericht op mijn achterdocht, ik had toen nog geen last van stemmen. Ik heb vooral geleerd om te zoeken naar balans tussen positieve en negatieve gedachten. Ook heb ik een assertiviteitstraining gedaan. Verder ging het over een gezonde balans tussen werk en privé, ik wilde me minder op mijn werk richten.
De eerste die ik over mijn stemmen vertelde was de huisarts. Zij wist niet wat er aan de hand was en verwees me door naar hier.
12 Sociale netwerk:
Mijn sociale netwerk bestaat uit mijn moeder, vader, opa en oma. Ik praat het meeste met mijn moeder over de stemmen en over hoe het met mij gaat, dit doe ik vrijwel dagelijks. Met mijn vader doe ik dit ongeveer eens per week. Mijn opa en oma staan daarna het meest dichtbij, met mijn opa heb ik besproken wat er speelt. Mijn oma lijkt er minder voor open te staan en ik wil haar liever niet lastigvallen. Ik denk wel dat mijn familie mijn stemmen accepteert.
Vragen bij het construct:
1. Wie worden door de stemmen gerepresenteerd?
De eerste stem kan een steunende ouder zijn, maar kan ook voortkomen vanuit mijn eigen hoge eisen. Vooral als het aankomt op de aanwijzingen op het gebied van het dagelijks functioneren, thuis en op het werk.
De tweede stem, die kritischer was, lijkt gelinkt te zijn aan een van de collega’s op mijn vorige baan.
2. Welke problemen representeren de stemmen?
Ik was erg gefocust op mijn studie en werk. Ik wilde het zo goed mogelijk volbrengen. Dat ik dat niet kon volhouden, was een teleurstelling. Het lijkt ook te maken te hebben met mijn zelfbeeld en het kunnen opkomen voor mijzelf. Ik koppel mijn eigenwaarde aan hoe goed ik mijn werk doe. Ik zou mijn zelfbeeld liever niet koppelen aan een gebeurtenis, want als het dan mis gaat, voel ik me niet goed over mezelf. Ik zou het liever linken aan mijn persoonlijke eigenschappen. Ik merk nu ook dat nu de stemmen afnemen, mijn zelfbeeld positiever wordt.
Vervolgtraject:
Er is besproken dat ik baat zou kunnen hebben bij het volgen van de zelfbeeldgroep bij PsyQ. Daarnaast is het goed om aandacht te blijven houden voor mijn slaappatroon.
Wat betreft de medicatie, ik kan met de arts bespreken of dit, als ik me er zeker genoeg over voel, langzaamaan kan worden afgebouwd. Mogelijk kan ik het dan alleen voor zo nodig gebruiken.
Andere reacties van hulpverleners, stemmenhoorders na een training
-
' Elke hulpverlener die stemmenhoorders in zijn praktijk treft, zou een dergelijke cursus moeten doen.'
-
' De Maastrichtse benadering heb ik de eerstvolgende dag dat ik werkte, toegepast bij een cliënt van mij. Ik raakte met die cliënt aan de praat over zijn stemmen. De cliënt sprak openhartig over zijn stemmen. Na afloop van het gesprek gaf deze cliënt aan nog nooit zo vrij over zijn stemmen te hebben gesproken. Ik heb toen gelijk met deze cliënt afgesproken het stemmeninterview af te nemen.'